Print Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Treffers 4,951 t/m 5,000 van 5,264

      «Vorige «1 ... 96 97 98 99 100 101 102 103 104 ... 106» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
4951 Vrouwe van Chateau Basset van Blois en Normandië, Hildegarde (I21499)
 
4952 Vrouwe van Conflans van Beaumont sur Oise, Vrouwe Agnes (I21491)
 
4953 Vrouwe van Herve, Vaals, Epen en Valkenburg, Vrouwe van Zutphen van Verdun, Vrouwe Ermengarde (I21256)
 
4954 Vrouwe van Ramerupt/Clermont van Breteuil, Vrouwe Adelheid (I21454)
 
4955 waarschijnlijk van den Doel, Jillis Servaas (I1041514830)
 
4956 waarschijnlijk van den Doelen, Jillis Jacobsz (I1041514886)
 
4957 Waarschijnlijk geboren in de buurt van Hannover. Hulskemper, Johan Arend (I1041533491)
 
4958 Waarschijnlijk geboren te Emden. Dirksen, Anna (I1041517816)
 
4959 Waarscijnlijk geboren te Gent. van West-Friesland van de Gentgouw, Graaf Arnulf II (I1041525411)
 
4960 Wagenmaker te Nieuwe Tonge, diaken 1637, schepen 1657-1664 Kardux, Pieter Willems (I16216)
 
4961 WALRAVEN, Willem (1887-1943)
Walraven, Willem, (pseudoniem Maarten Cornelis), journalist en schrijver (Dirksland (Z.H.) 7-6-1887 - Gevangenkamp 'Kesilir' bij Banjoewangi (Java, Nederlands-Indië) 13-2-1943). Zoon van Frans Walraven, kruidenier, en Antje van Kassel. Gehuwd in 1922 met Itih (1898-1969). Uit dit huwelijk werden, behalve 1 zoon die jong overleed, 3 zoons en 5 dochters geboren.

Met een mengeling van onverholen weerzin en vertedering herinnerde Willem Walraven zich zijn jeugd in Dirksland op het eiland Goeree en Overflakkee. De verhouding met zijn ouders was ronduit slecht. Walravens vader, die een kruidenierswinkel dreef en zich tot redelijke welstand had opgewerkt, was zeer materialistisch ingesteld en toonde een diepe minachting voor cultuur. Voor zijn moeder, een schippersdochter, koesterde Walraven aanvankelijk meer sympathie, maar bitter stelde hij vast dat zij in conflicten tussen vader en zoon de kant van haar man koos.

Hoewel het gezin - dat verder uit een jongere broer en zuster bestond - in een orthodox-protestantse streek woonde, werd Walraven liberaal opgevoed. Hij ging naar de openbare lagere school, waar hij zich een vlotte leerling toonde. Naar de HBS mochthij echter niet. Na nog wat les in Frans, Duits, Engels en boekhouden, werd Walraven begin 1902 naar Delft gestuurd om als volontair te werken op het kantoor van de handelsonderneming Van Schaik. Hij zou er een betrekkelijk gelukkige tijd beleven, met veel theaterbezoek. In deze jaren werd Walraven ook politiek bewust. Tijdens de grote spoorwegstakingen van 1903 kreeg hij een sterke sympathie voor het socialisme.

In januari 1904 keerde Walraven terug naar zijn ouderlijk huis in Dirksland. Het werd een periode van voortdurende conflicten met zijn vader en moeder, onder meer over zijn politieke opvattingen. Het ernstigste conflict hield verband met een liefdesrelatie, die door zijn moeder onmogelijk werd gemaakt. Het meisje in kwestie, dat van een vroeg overleden dochtertje beviel, kreeg hij niet meer te zien. Eind 1907 vertrok Walraven naar Rotterdam, waar hij een baantje vond als loopjongen, dat hij koncombineren met een bohémienachtig bestaan. In Rotterdam was hij ook politiek actief. Sinds november 1907 lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, bezocht hij lezingen van socialistische voormannen en nam hij deel aan een cursus marxistischeeconomie.

Aangezien Walraven in Rotterdam geen zelfstandig bestaan wist op te bouwen, besloot hij te emigreren naar Canada, waar hij eind 1909, na een zeereis vol ontberingen, aankwam. Ook daar slaagde hij er niet in een vaste betrekking te vinden. Vijf jaar lang trok Walraven door Noord-Amerika, met allerlei kleine baantjes de kost verdienend. Het waren jaren van armoede, eenzaamheid en heimwee, maar in geen enkele periode van zijn leven heeft hij zoveel gelezen. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlogbracht Walraven ertoe terug te keren naar Europa. Zonder een cent op zak meldde hij zich eind 1914 bij zijn ouders, doch met hen ontstond al snel opnieuw een conflict. Onder zware druk van zijn moeder, wie hij dit nooit zou vergeven, tekende Walraven in augustus 1915 een driejarig contract bij het Nederlandsch Indisch Leger. Zijn familie zou hij van zijn belevenissen op de hoogte houden door brieven aan zijn broer en, later, aan zijn zuster en zijn neef.

Na aankomst in Indië werd de 28-jarige Walraven bij de verbindingstroepen in de west-Javaanse garnizoensplaats Tjimahi gestationeerd, eerst als telegrafist; later deed hij bureauwerk. Als militair had hij het over het algemeen naar zijn zin, vooral als hij op manoeuvre de natuur introk. Bovendien vond hij er de rust om te lezen. In het inheemse winkeltje waar hij geregeld at, ontmoette hij Itih, een jonge Soendanese vrouw. Na zijn diensttijd begon Walraven in juli 1918 als assistent-boekhouder bij een vestiging van de N.V. Oliefabrieken 'Insulinde' te Banjoewangi aan de oostkust van Java. Twee maanden later liet hij Itih overkomen, die zich na een treinreis van 800 kilometer begin september 1918 bij hem voegde. Een jaar later werd hun eerste kind geboren. Al spoedig kreeg Walraven - inmiddels boekhouder-correspondent - de leiding over de hele administratie van de fabriek.

Hoewel Walraven van Indië hield, waren zijn gevoelens ambivalent. Alleen al het zien van een Nederlandse krant was voldoende om hem naar West-Europa te doen verlangen. Hij toonde zich bovendien een uitgesproken tegenstander van het koloniale bestel.Op grond van zijn marxistische overtuiging zette hij zich af tegen de Europeanen die zich 'rijk gappen' in de Oost ten koste van de inheemse bevolking. Dergelijke opvattingen brachten Walraven in een geïsoleerde positie tegenover de Europese gemeenschap, een isolement dat nog werd versterkt door zijn huwelijk met een inheemse vrouw. Verindischen deed Walraven echter niet. Hij bleef Hollands eten, rookte zelf worsten en bereidde erwtensoep, waarvoor hij zijn familie de ingrediënten liet sturen; het was een vorm van heimwee. Al snel kookte Itih Europese gerechten voor hem. Hun huwelijk was goed, maar gecompliceerd. Zijn liefde voor haar zou hij beschrijven in zijn mooiste novelle, De clan uit 1941.

Na het faillissement van de Oliefabrieken 'Insulinde' in 1922 trad Walraven als boekhouder in dienst van verschillende suikerfabrieken in midden- en noord-Java. Zijn vakkennis werd alom gewaardeerd, maar zijn openhartigheid bracht hem steeds weer inmoeilijkheden, zeker toen hij vanaf augustus 1925 geregeld artikelen ging schrijven voor De Indische Courant . Walravens kritiek richtte zich vooral op de arbeidsverhoudingen in de suikerindustrie. Om zijn socialistische idealen te verwezenlijken trad hij in juni 1926 in dienst van de Suikerbond, de vakvereniging voor (Indo-)europese werknemers in deze bedrijfstak, als 'thesaurier' en redacteur van het gelijknamige bondsblad. Het werd een grote teleurstelling. De verenigingsleden reageerden, naar zijn oordeel, benepen of onverschillig op zijn humoristische, maar kritische artikelen in De Suikerbond . Na een scherpe analyse van het financieel beheer van de vakvereniging werd hij in 1927 zelfs uit het hoofdbestuur gezet; twee jaar later verliet hij de Suikerbond. Naar eigen zeggen 'zenuwziek' trok hij zich terug in zijn woonplaats Lawang.

Aan zijn dienstverband bij de Suikerbond hield Walraven voldoende geld over om naar Europa terug te keren. Hij durfde echter het verblijf in Nederland met zijn Indische vrouw en grote gezin - inmiddels zes kinderen - niet aan. In juli 1929 verloor hij in een dramatisch halfjaar vrijwel al zijn geld door de aankoop van een verlopen hotel in Pasoeroean, in die tijd een dode kustplaats. De weg naar Europa was hierdoor definitief versperd; voorgoed zat hij opgesloten in 'de Indische muizenval'. Nogeven was Walraven ondergeschikt boekhouder bij de Volkscredietbank te Malang, maar in 1931 besloot hij definitief freelance journalist te worden.

Voor De Indische Courant - nagenoeg zijn enige opdrachtgever - schreef Walraven sindsdien hoofdartikelen, reportages van reizen op Java en Madoera, rechtbankverslagen, impressies van zijn directe omgeving, cursiefjes, jeugdherinneringen en vooral boekbesprekingen. Aangezien hij weigerde in een lawaaiig redactielokaal te werken, schreef Walraven deze bijdragen in zijn huis te Blimbing bij Malang, waar hij vanaf 1931 woonde. In een krachtige stijl, die dicht bij de spreektaal ligt, publiceerde hij meer dan 1250 recensies, waarin hij geregeld zijn mening over de Indische samenleving verkondigde. Zijn bijdragen - ondertekend met het pseudoniem 'Maarten Cornelis', later 'M.C.' - verschaften hem spoedig een eigen publiek.

Toch bleef Walraven zich, vooral in intellectueel opzicht, geïsoleerd voelen. Zijn weinige Europese vrienden waren gestorven of naar hun vaderland teruggekeerd, terwijl hij zelf niet over een 'retourkaartje' beschikte. De relatie met zijn kinderen, in het bijzonder met zijn oudste zoon Wim, wie hij onverschilligheid en daardoor onvoldoende schoolprestaties verweet, werd steeds slechter. Het bezoek van zijn neef, de 18-jarige stuurmansleerling Frans Schamhardt, in 1938 greep Walraven emotioneel sterk aan, en deed hem zijn eenzaamheid nog heviger voelen: 'Ook al heb ik een vrouw en acht kinderen, in sommige opzichten ben ik alleen' (Brieven , 218). Steeds vaker zocht hij zijn heil in de drank. De problemen met zijn kinderen bepaalden ook zijn latere, kritische houding tegenover de Indo-europeanen. De inheemse bevolking verweet hij geringe bereidheid tot verandering. In deze negatieve eigenschap vergeleek hij hen met de eigenzinnige boeren in Dirksland: 'Net Flakkee!' (ibidem , 213).

Eerst in de loop van 1939 kwam Walraven in contact met intellectuelen als E. du Perron, D.M.G. Koch, E.F.E. Douwes Dekker en - na de bezetting van Nederland - Rob Nieuwenhuys, Beb Vuyk en Jan Greshoff. Hij genoot van de erkenning van zijn talent en leverde bijdragen aan Kritiek en Opbouw , een tweewekelijks progressief politiek-cultureel tijdschrift, en De Fakkel , een cultureel maandblad voor Indië, opgezet naar het voorbeeld van De Gids . Walravens nieuwe vrienden woonden echter in west-Java,twee dagreizen van hem verwijderd. Hoewel hij hen een enkele maal opzocht of ontving, veranderde dit aan zijn eenzaamheid even weinig als de sporadische bezoeken van zijn neef Frans.

Door de Tweede Wereldoorlog raakte Walraven zeer verbitterd. Hij hoorde niets meer uit Nederland en kon nog slechts weinig artikelen publiceren, omdat de krant grotendeels gevuld was met oorlogsnieuws. Op verzoek werkte hij nog enkele oude krantenstukken om tot verhalen. Naar aanleiding van enkele achteloos in de trein gemaakte opmerkingen werd hij in mei 1941 veroordeeld wegens vermeende NSB-sympathieën en belediging van de Indo-europeanen. Het kwam hem op een maand gevangenisstraf te staan, die hij van 9 oktober tot 7 november van dat jaar uitzat in de Soekamiskin-gevangenis bij Bandoeng. Zijn ervaringen beschreef hij in Een maand in het boevenpak , waarvan eind 1941, begin 1942 gedeelten verschenen in Kritiek en Opbouw . Ruim een half jaar na zijn internering, in juli 1942, werd hij samen met zijn drie zoons door de Japanners opgesloten in het gevangenkamp 'Kesilir'. Zeven maanden later overleed hij hier aan dysenterie, malaria en algehele uitputting, maar in feite was hij apathisch geworden en had hij iedere hoop opgegeven.

De betekenis van Walraven ligt vooral in zijn spontaan geschreven brieven met hun vloeiende, parlando stijl en in zijn artikelen. Deze kregen door publicatie na de oorlog bekendheid en trokken in literaire kring de aandacht. Op aangrijpende wijze enmet grote openhartigheid getuigt hij hierin van zijn jeugd in Dirksland en van zijn geïsoleerde positie als gemengd-gehuwde en kritisch-intellectuele Europeaan in de Indische maatschappij. Steeds neemt hij daarin krachtig stelling tegen het koloniale bewind, terwijl hij ook de Indo-europeanen en de inheemse bevolking zijn kritiek niet bespaart. Hoewel schrijven voor hem een noodzaak was, bleef zijn literaire productie gering: van zijn hand verschenen slechts vijf verhalen, die bewerkingen waren van eerder gepubliceerde krantenstukken.

A: Collectie-W. Walraven in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage.

P: Bibliografie in de onder L genoemde publicatie van Okker, 255-256.

L: F. Schamhardt, 'Willem Walraven', in Oriëntatie 2 (1949) 23/24 (aug./sept.) 3-17; idem, 'W. Walraven', in Brieven. Aan familie en vrienden, 1919-1941 (Uitgebr. herdruk; Amsterdam 1992) 5-40; Walraven-nummer van Tirade 11 (1967) 1-64, met een lijst van kranten- en tijdschriftartikelen over Walraven (p. 25); J.H.W. Veenstra, 'Walraven de veel geplaagde', in Tirade 16 (1972) 41-62; Wim Walraven jr., De groote verbittering. Herinneringen aan mijn vader [1975] (4de dr.; Amsterdam 1992); Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische Spiegel. Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven... (3de dr.; Amsterdam 1978) 405-413 en 635-636; E.M. Beekman, 'Willem Walraven', in idem, Paradijzen van weleer. Koloniale literatuur uit Nederlands-Indië, 1600-1950 (Amsterdam 1998) 567-583, 685; Rob van Olm, 'Niemand wandelt ongestraft onder palmen. Tussen vader en zoon Willem Walraven', in idem, In de schaduw van het licht (Amsterdam [1991]) 42-72; Walraven-nummer van Het oog in 't zeil 9 (1992) 3 (apr.); Schrijversprentenboek Willem Walraven (Dirksland 1993); Frank Okker, Dirksland tussen de doerians. Een biografie van Willem Walraven (Amsterdam 2000). In 1995 maakte regisseur J. van den Berg de film Gevangen op Java met de acteur Gerard Thoolen in de rol van Willem Walraven.

I: Frank Okker, 'Dirksland tussen de doerians. Het Indiëbeeld van Willem Walraven', in Indische Letteren 8 (1993) 74 [Walraven circa 1927].

Frank Okker


Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 5 (Den Haag 2002)
Laatst gewijzigd op 29-10-2008 
Walraven, Willem (I14031)
 
4962 Walterus ontvangt het slot Hagestein, een Gelders leen, goederen te Eiteren en Hagestein uit Cuycksche lenen.
Hij is getrouwd met ? heer Harbernusdr van den Berghe (Arkel) jonkvrouw.
Kinderen:
14 i. Giselbertus van Langherake
ii. Wouter van Langherake;
15 iii. Agniese van Langerak


wapen: gedwarsbalkt van vair en rood van zes stukken 
van Utengoye, Walterus (I1041525703)
 
4963 Waltheof II van Northumbria (uit Wikipedia, de vrije encyclopedie):

Waltheof II van Northumbria (rond 1050 - Winchester, 31 mei 1076) was de laatste Angelsaksische earl.

Waltheof was de zoon van Siward van Northumbria en Aelfled. Bij de dood van zijn vader was hij te jong om hem op te volgen daarom werd Tostig Godwinson in zijn plaats benoemd. Toen koning Harold II van Engeland Tostig verbande in 1065, werd Waltheof tot earl van Huntingdon benoemd. Hij vocht mee in de de slag van Stamford Bridge waar Tostig met een leger van Vlaamse huurlingen en Noorse bondgenoten werd verslagen. Ook zou Waltheof hebben meegevochten in de slag bij Hastings en door te vluchten aan de dood zijn ontsnapt.

Kort na de slag bij Hastings, nog in 1066, bereikte Waltheof een akkoord met Willem de Veroveraar, en hij behield zijn positie als earl. In 1069 steunde Waltheof echter een Deens leger dat York belegerde. Opnieuw kwam het tot een verzoening tussen Waltheof en Willem. Waltheof kocht de Denen af, die terugkeerden naar huis, en trouwde met Willems nicht Judith van Lens, dochter van Lambertus van Boulogne en Adelheid van Normandië (1026 - 1090). In 1072 wist hij zijn neef Gospatrick te laten verbannen en verwierf diens functie van earl van Northumbria. Waltheof liet in 1074 de familie uitmoorden waarmee zijn schoonfamilie al generaties een bloedvete had en die zijn schoonvader hadden vermoord. In 1074 nam hij deel aan een samenzwering tegen Willem met enkele Normandische earls. Waltheof kwam tot inkeer, vertelde Willem over de samenzwering en vroeg om genade. Maar Waltheof had zijn gunsten bij Willem al verbruikt en werd ter dood veroordeeld. Na een jaar gevangenschap werd hij in Winchester onthoofd. Zijn lichaam werd in een kuil geworpen maar later begraven in Croyland Abbey. Vanaf 1092 werd zijn graf tijdelijk een perlgrimsoord omdat er wonderbaarlijke genezingen zouden plaatsvinden, met name van blinden.

Waltheof en Judith hadden de volgende kinderen:

- Maud van Northumbria
- Adelisa (rond 1075 - na 1125), gehuwd met Rudolf van Tosny. Andelisa erfde bezittingen in Essex en deed een schenking aan de Holy Trinity kerk in Londen waar haar zoon Hugo was begraven. Adelisa en Rudolf waren ouders van: Rogier van Tosny (heer van Tosny en Concques), Hugo (jong overleden), Simon, Isabella gehuwd met Walter FitzRichard van Tonbridge, Margaret gehuwd met Walter FitzRichard van Clifford, Godechilde gehuwd met Robert van Neubourg.

Judith gaf getuigenis tegen Waltheof tijdens het proces in 1075. Zij stichtte de abdij van Elstow en meerdere kerken. Als weduwe verloofd met Simon van Senlis maar ze vluchtte om niet te hoeven trouwen. Als straf ontnam Willem de Veroveraar al haar bezittingen. Simon zou met haar dochter Maud trouwen.

Bronnen

- Engelse versie van dit artikel
- Foundation for Medieval Genealogy 
van Northumbria, Waltheolf II (I20802)
 
4964 Was arbeider en klein landbouwer. Geevacueerd met de inundatie in 1944 naar Leersum. Gaat werken bij boer Rouwbos aan de Zandweg. Trouwt met Wenda Rouwbos,wiens man omgekomen is bij een beschieting op de Zandweg doorEngelse jagers. (WO2)
TYPE 1
DATE 4 SEP 2006
TIME 20:54:38 
Huizer, Adrianus (I1041522272)
 
4965 Was bevriend met de organist van de grote kerk, W. Oranje. van den Doel, Jilles Cornelis (I1041515632)
 
4966 Was bouwknecht te Nieuwe-Tonge. Hij ging 22-5-1872 naar Sommelsdijk en werd in Nieuwe-Tonge ingeschreven op 22-11-1877. Het gezin gaat 1887 naar Middelharnis. In maart 1892 naar Melissant, op 28-4-1894 vestigt hij zichte Stellendam als herbergier. Op 8-4-1895 komt uit Nieuwe-Tonge als dienstmeid Sietje Holleman (geb. 16-7-1873) en deze gaat op 1-2-1896 weer terug naar Nieuwe-Tonge. Jan hield ook kostgangers, o.a. Dingeman Ardon (geb. 4-6-1883 te Zuid-Beyerland) van beroep onderwijzer. Deze komt 1-5-1899 uit Nieuwe-Tonge en gaat op 9-9-1914 naar Rozenburg.
TYPE 1
DATE 27 AUG 2006
TIME 08:31:52 
Gebraad, Jan (I1041521922)
 
4967 Was dienstplichtig tijdens de eerste wereldoorlog en ingedeeld bij de cavalerie. Later als militair werkzaam op de wapenfabriek te Delft. Rijksgediplomeerd hoefsmid,kachelsmid, dakbedekker, loodgieter, scheepsmotorreparateur en ook nog fietsenmaker.Naast de smederij was de winkel in huishoudelijke artikelen, kachels en souvenirs; Maria "dreef"de winkel.
TYPE 1
DATE 3 SEP 2006
TIME 15:29:09 
Gebraad, Cornelis (I1041522222)
 
4968 Was in 1924 houder van een hondenkar. Hij woonde op Oudover B24a; dagtekening van inschrijving en het nummerbewijs 12 december. Had een veroordeling. Is vervallen. Tober, Tijmen (I1041518385)
 
4969 Was ook schout, baljuw en gildemeester te De Lier Roodenburg, Leendert Philipsz (I2019)
 
4970 Was te Heinenoord heemraad in 1686. Kruithof, Anthonie Ariens (I6129)
 
4971 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Griffioen, Erris (I1041529465)
 
4972 Was werkzaam bij de PTT vanaf 1912 voor een jaarwedde van fl. 400,00
TYPE 1
DATE 17 MAR 2007
TIME 15:38:14 
Alsemgeest, Henricus Simon (I1041526513)
 
4973 We beschouwen Dirk I als de eerste graaf van Holland, hoewel Floris IIin 1101 pas voor het eerst met deze titel wordt genoemd. Dirk schijnt zijn vader opgevolgd te zijn in de gouw Kennemerland (Kinheim). Hij wordt vermeld in 916 - 928. Hij kreeg van Karel de Eenvoudige op 15 juni 922 zekere goederen in het graafschap Texel.



Dirk I of Thidericus Fresonie (ca.875 - rond 923 of Andernach, 5 oktober 939) was een Friese graaf die vanaf ongeveer 896 het bewind voerde over een aantal gebieden in de kuststreek van West-Frisia, het latere graafschap Holland. Zijn vader was Gerulf.

Eerste Graaf van Holland en Zeeland

Leven
Dirk erfde van zijn vader het gezag over Kennemerland en Rijnland. Hij steunde de Westfrankische koning Karel de Eenvoudige bij een opstand van zijn vazallen. Als dank hiervoor kreeg hij van Karel op 15 juni 922 te Bladel de kerk van Egmond met alle daarbij behorende goederen. Egmond lag ten noorden van de bezittingen die hij van Gerulf had geërfd en sloot daar dus uitstekend op aan. Kort hierna stichtte hij er een klooster voor nonnen, het begin van de Abdij van Egmond.

Minimale bronnen
Wellicht zijn verschillende graven met de naam Dirk samengevoegd tot Dirk I. Dit is goed mogelijk, omdat men in die tijd nooit over Dirk de zoveelste sprak, maar gewoon over Graaf Dirk. De geschiedenis rond de eerste graven van Holland is pas rond 1290 voor het eerst door Melis Stoke opgeschreven. De schrijver gebruikte hiervoor teksten die door de monniken van de abdij van Egmond waren bewaard. Omdat de monniken pas tijdens het bewind van Dirk II de nonnen vervingen, moet men ervan uitgaan dat de informatie op deze (inmiddels vergane) documenten door overlevering is verkregen.

Volgens een akte gedateerd 922/923 zou Dirk I na een regering van veertig jaar in 922/923 zijn overleden. Dit zou betekenen dat hij Gerulf in 882 zou zijn opgevolgd. Het staat echter vast dat Gerulf in 889 nog een goed in eigendom kreeg. Gerulf is waarschijnlijk pas in 895 of 896 overleden.

Mogelijke Dirk I bis (ca. 900-939)
Vast staat dat Dirk II in 988 is overleden. Als hij zijn vader al in 923 was opgevolgd, dan zou dat betekenen dat hij niet minder dan 65 jaar heeft geregeerd, wat zeer onwaarschijnlijk is. Daarom gaan historici ervan uit dat er nog een Dirk geweest moet zijn die de naam "Dirk I bis" heeft gekregen. D.J. Henstra is een andere mening toegedaan, en maakt door een berekening plausibel dat Dirk II wel degelijk de zoon is van Dirk I, en dat die de zoon is van Gerulf I.

Het is bekend dat graaf Dirk getrouwd was met Gerberga van Hamaland (die ongeveer 912 zal zijn geboren), dat hij betrokken was bij de Lotharingse opstand van 939 tegen de Duitse koning Otto de Grote, en op 2 oktober 939 is gesneuveld in de slag bij Andernach (waarbij Dirk I dan ongeveer 65 zou zijn geweest). Deze gegevens maken een tweede generatie, dus Dirk I bis, aannemelijk, maar er zijn uit deze periode wel meer voorbeelden bekend van edelen die op hogere leeftijd nog met een jonge vrouw trouwden of aan een veldslag deelnamen.

Huwelijk en kinderen
Dirk trouwde (in 928?) met Gerberga (Geva), dochter van Meginhard IV van Hamaland, zoon van Everhard Saxo (die in 898 is vermoord door Dirks broer Waldger![3]), en opvolger van zijn vader als graaf van Hamaland en hertog van Friesland. Meginhard was lid van de delegatie van Hendrik de Vogelaar bij diens ontmoeting met Karel de Eenvoudige in 921. Dirk en Geva hadden een zoon, Dirk II, opvolger van zijn vader als graaf van het westen van Friesland. Dirk I moet ook een zoon Gerulf (II) hebben gehad, die als jongeling of ongehuwd man werd gedood voor het overlijden van zijn vader. Er wordt aangenomen dat hij de oudere broer van Dirk II was.

Dirk en Gerberga zijn beiden in de abdij van Egmond begraven. 
van Holland van Kennemerland, Dirk I (I1041525417)
 
4974 We beschouwen Dirk I als de eerste graaf van Holland, hoewel Floris IIin 1101 pas voor het eerst met deze titel wordt genoemd. Dirk schijnt zijn vader opgevolgd te zijn in de gouw Kennemerland (Kinheim). Hij wordt vermeld in 916 - 928. Hij kreeg van Karel de Eenvoudige op 15 juni 922 zekere goederen in het graafschap Texel.


Graaf van Holland Ca 923-930 en West-Friesland

Hij is opgenomen als pleegkind door Gerolf II van Holland.

Hij schijnt zijn vader opgevolgd te zijn in de gouw Kennemerland (= Kinheim), vermeld 916-928.
Hij kreeg op 15 juni 922 van Karel 'de Eenvoudige' zekere goederen (de kerkelijke goederen van Egmond) in het graafschap Texel in leen.
Hij wordt beschouwd als de eerste graaf van Holland, hoewel Floris II in 1110 voor het eerst met deze titel wordt genoemd. Hij voerde de titel van markgraaf.
Deze Dirk komt in de Latijnse prozakroniek van Egmond niet voor. Ook zijn er geen akten bekend waaruit zijn aanwezigheid blijkt. In een akte, door J. Wagenaar in zijn Vaderlandsche Historie II (Amsterdam 1782) gedateerd op 922/923, zou Dirk I, na een regering van 40 jaar, in 922/923 overleden zijn. Dat zou betekenen dat hij rond 882 Gerolf zou moeten zijn opgevolgd, hetgeen veel te vroeg is. Vast staat dat Gerolf in 889 nog goed in eigendom kreeg. Hij zal in 895 of 896 overleden zijn. Ook staat vast dat Dirk II in 988 is overleden. Zou Dirk II de opvolger zijn van Dirk I, dan zou hij in dat geval niet minder dan 65 jaar hebben geregeerd, hetgeen een veel te lange periode is. Worstelend met de onmogelijkheid van deze lange regeerperiode ontstond de indruk dat men in de beschrijving over de oudste graven, die pas enkele honderden jaren na hun bewind werd opgetekend, gebeurtenissen die eigenlijk bij verschillende Dirken hadden plaatsgevonden aan een en dezelfde persoon had toegedicht.
Dit is best mogelijk, omdat men het in de tijd waarin die gebeurtenissen plaats vonden nooit over een Dirk de zoveelste had, maar gewoon over een Graaf Dirk. G. van Loon heeft in zijn Aloude Hollandsche Historie II ('s-Gravenhage, 1734) voor het eerst dit probleem trachten op te lossen door tussen Dirk I en Dirk II nog een Dirk te plaatsen. Hij plaatste Hildegard van Vlaanderen als de vrouw van de zoon van Dirk I, die na zijn sneuvelen in Andernach opnieuw huwde met een Dirk uit het Vlaamse Huis, die daarmee Dirk II werd. Dit was onjuist, omdat de slag bij Andernach in 939 geplaatst wordt en Hildegard de (2e) dochter is van Graaf Arnulf van Vlaanderen, die in 934 huwde. Dit zou dan betekenen dat Hildegard al op 4-jarige leeftijd gehuwd zou moeten zijn. Verloofd kan nog maar gehuwd niet. In 1981 kwam J.M. Van Winter met een nieuwe hypothese. Zij voegde eveneens tussen Dirk I en Dirk II een nieuwe Dirk, die zij Dirk I bis noemde. Geva zou dan met deze Dirk I bis gehuwd moeten zijn geweest en niet met Dirk I zoals aanvankelijk werd aangenomen. De naam van de bruid van Dirk I is dan onbekend. Ook B.K.S. Dijkstra volgt in 1991 deze hypothese van Van Winter. Hij voegt daar dan nog een andere hypothese aan toe, namelijk dat niet Gerolf de vader was van Dirk I, maar Radboud. Ongetwijfeld zal het laatste woord hier nog niet over zijn gezegd. Of we na al die tijd ooit nog de juiste oplossing zullen vinden is nog maar de vraag. 
van Holland, Markgraaf Dirk I Bis Markgraaf van Kennemerland (I27220)
 
4975 Wed. Siegfried van Ballen van Northeim, Gravin Gertrud (I22252)
 
4976 Weduwe van Jacob ?? van Prooyen, Johanna (I5774)
 
4977 Weduwe van Jan den Toonder
TYPE 1
DATE 28 AUG 2006
TIME 17:10:50 
Westplate, Jacoba (I1041522159)
 
4978 Weduwe van Maarten van den Tol. Meulestijn, Kaatje (I5775)
 
4979 Weduwe van Strijen 1588. Zij trouwde (1) voor ca. 1580 Pieter Joosten (wellicht Pieter Joosten Coomen, buurmeester van Strijen 1585). Grafschrift in de kerk van Strijen: "JAN JOOSTEN ... DIJCKGRAEF VAN DE OUDE CLEM STERF ... EN ZIJN HUISVROUWJOBJE ADRYAENS STERF DEN .... 1626". In het midden een uitgeslegen alliantiewapen. Ariensdr, Jobgen (I23315)
 
4980 Weduwnaar en jongdochter.
Pro deo. 
Gezin: Dirk Lotte / Maria Koenders (F1163768727)
 
4981 Weduwnaar en jongedochter. Gezin: Johannes Lotten / Anneken Claes (F1163620020)
 
4982 Weduwnaar en jongedochter. Gezin: Jan Vermijs / Ariaantje Lotte (F1163827537)
 
4983 Weduwnaar en weduwe.
zijn kind vertigte; bewijs ontfangen; pro deo. 
Gezin: Olivier Rietveld / Maria Koenders (F1163768728)
 
4984 Weduwnaar en weduwe. Gezin: Jacobus van der Put / Marijtje la Faals (F1163860635)
 
4985 Weduwnaar en weduwe.Notaris: Jacobus Braet te Vlaardingen akte: 16-109 d.d. 30.01.1705 betreft: huwelijkse voorwaarden Gezin: Pieter Lotte / Maria van der Zeel (F1163848031)
 
4986 Weduwnaar van Cornelia Casparisd. van Brouwershuijsen.
TYPE 1
DATE 30 APR 2003
TIME 16:39:36 
de Haan, Johannes Markisse (I1041516058)
 
4987 Weduwnaar van Kommertje Wielaard. Hij was boereknecht en die verhuizen graag. 3-3-1902 van Nieuwe-Tonge naar Dirkslanden begin zomer naar Melissant, 31-8-1903 naar Sommelsdijk en 13-2-1904 naar Melissant. 28-2-1906 naar Sommelsdijk en 15 Maart 1907 naar Nieuwe-Tonge. 25-3-1913 van Sommelsdijk naar Oude-Tonge en op 12-2-1915 hier vandaan weer naar Sommelsdijk. 18-6-1926 naar Oude-Tonge en op 15-1-1928 naarNieuwe-Tonge. Pieter overlijdt in de Oranjestraat, hij was buurman van Kees Luchtenburg.
TYPE 1
DATE 26 AUG 2006
TIME 19:37:49 
Gebraad, Pieter (I1041521882)
 
4988 Weduwnaar van Neeltje Leenderts Westdijk.
TYPE 1
DATE 30 APR 2003
TIME 16:38:38 
van den Boogert, Cornelis Gerritsz (I1041516056)
 
4989 weduwnaar wonend Buijten de Delfsepoort en jongedochter, wonend te Delft Gezin: Jacob Lotten van Leeuwen / Lijsbet Fiools (F1163768717)
 
4990 weeskamer Muntinghe, Jan (I1041520596)
 
4991 Weeskamer Kloetinge 24-08-1770: Maria Clase de Roo, weduwe van Leijn Janse Eversdijk; kinderen Neeltie Eversdijk 21 jaar, Jan Eversdijk 19 jaar,Claas Eversdijk 14 jaar en Adriana Eversdijk 12 jaar, voogd Cornelis Joannisse Mol, schepen alhier.
TYPE 1
DATE 27 MAR 2007
TIME 21:17:47 
de Roo, Maria (I1041526532)
 
4992 Weeskamer Oud-Vossemeer 1554-1650: 15-5-1621 Akkoord van Pieter Lenertsen ´t Gebraet, als grootvader en voogd over de twee wezen van wijlen zijn dochter Leenken Pieters, genaamd Pieternella Claes, oud 4 jaar; en Janneken Claes, oud 2 jaar, enerzijds en Nicolaes Godijn als vader en weduwnaar anderzijds:de vader behoudt de boedel en moet de kinderen onderhouden tot meerderjarigheid, daarna elk 200 carolus guldens uitkeren, als zekerheid voor dezebetaling stelt hij zijn huis, schuur e.a. aan de zuidzijde van het dorp Oud-Vossemeer, waar hij woont. 't Gebraet, Leenken Pieters (I1041521201)
 
4993 Weesp Overlijdensakte 1909 aktenr. 1.
Adres: Weesp, Hoogstraat wijk B nr. 11 
Bogerd, Johannis (I1041522281)
 
4994 Wegens invaliditeit (verlamming) heeft hij een sigarenzaak aan de Oostdijk (naast Ago en later pianozaak). Troost, Pleun (I6371)
 
4995 wegens overspel Gezin: Donné Gerard Derkx / Johanna Maria Schokman (F3631)
 
4996 Werd in 1690 lidmaat der Hervormde Kerk te Woudenberg

 
Thijsen, Geertje (I3878)
 
4997 Werd ook Leentje genoemd.
TYPE 1
DATE 22 JUL 2006
TIME 17:44:06 
van den Tol, Leuntje (I1041521274)
 
4998 Werd ook Sijmon Heijnsz genoemd.
TYPE 2
DATE 30 DEC 2003
TIME 14:07:35 
Heijn, Sijmon (I1041517863)
 
4999 Werd ook Tanis genoemd. Moijses, Hendrick (I1041528610)
 
5000 Werd op 44-jarige leeftijd door een herseninfarct getroffen en werd daardoor gedeeltelijk verlamd
 
van den Doel, Prof. Dr. Johannes (I40)
 

      «Vorige «1 ... 96 97 98 99 100 101 102 103 104 ... 106» Volgende»