Print Voeg bladwijzer toe

Seger van Arnhem tot Kernhem

Mannelijk 1502 - 1557  (55 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Seger van Arnhem tot Kernhem 
    Geboorte 26 jun 1502  Arnhem, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    titel Heer 
    • van Kernhem
    Functie raad 
    • van Arnhem
    Functie 1538 
    raad 
    • van de Hertog van Kleef
    Beroep Jagermeester 
    • van de Veluwe
    Beroep raad 
    • van de hertog
      van de keizer (1538)
    Beroep Ridder 
    Overlijden 15 aug 1557  Ede, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Begraven Ede, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Persoon-ID I1041520661  DoeVos
    Laatst gewijzigd op 10 mei 2021 

    Vader Johan van Arnhem tot Kernhem,   geb. ca. 1457, Arnhem, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 12 dec 1531, Arnhem, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 74 jaar) 
    Moeder Aleijd van Bemmel,   geb. ca. 1471   ovl. 31 mrt 1543, Ede, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 72 jaar) 
    Huwelijk 20 sep 1484 
    • Bron: Bijblad Nederlandse Leeuw 2, betr. bijlage van Arnhem.
      Trouwt op huwelijkse voorwaarden.Uit de huwelijkse voorwaarde blijkt dat Aleid pas 14 jaar was bij haar huwelijk. Uit dit huwelijk zijn 16 kinderen geboren. Het eerste kind, een dochter, is geboren 3 jaar na de huwelijkssluiting. Zeger was het twaalfde kind.
    _STAT civil 
    Gezins-ID F1001717  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin 1 Anna Bentinck   ovl. 1542 
    Huwelijk 1532 
    Gezins-ID F1001964  Gezinsblad  |  Familiekaart
    Laatst gewijzigd op 10 mei 2021 

    Gezin 2 Catharina van Honnepel,   geb. ca. 1502   ovl. 20 mei 1556, Ede, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 54 jaar) 
    Huwelijk 12 sep 1543 
    • Bron: Bijblad Nederlandse Leeuw 2, betr. bijlage van Arnhem.
    _STAT civil 
    Kinderen 
    +1. Karll Zegersz van Arnhem tot Kernhem,   geb. 24 aug 1551, Ede, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 20 sep 1621, Ede, , Gelderland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 70 jaar)
    Gezins-ID F1001716  Gezinsblad  |  Familiekaart
    Laatst gewijzigd op 14 aug 2007 

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsGeboorte - 26 jun 1502 - Arnhem, , Gelderland, Netherlands Link naar Google Earth
    Link naar Google MapsOverlijden - 15 aug 1557 - Ede, , Gelderland, Netherlands Link naar Google Earth
    Link naar Google MapsBegraven - - Ede, , Gelderland, Netherlands Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 
    Pin Legenda  : Adres       : Locatie       : Stad/Dorp       : Gemeente/Graafschap       : Staat/Provincie       : Land       : Nog niet ingesteld

  • Aantekeningen 
    • Bron: Bijblad Nederlandse Leeuw 2, betr. bijlage van Arnhem.
      Ook van Arnhem tot Kernhem (bron onbekend).

      Zeger van Arnhem (1502-1557), Hertogelijke raad, Keizerlijke raad en Strijder voor Gelre en om Het Loo.
      Zeger werd op 26 juni 1502 geboren als zoon van Johan van Arnhem (1457-1531) en Aleyd van Bemmel (1470-ca.1543). Hij trouwde in 1532 op Het Loo met Anna Bentinck, dochter van jagermeester Johan Bentinck en Johanna van Apeldoorn. Uit dit huwelijk werden acht dochters geboren. Anna overleed op 22 september 1542. Zeger hertrouwde in 1543 met de weduwe Catharina van Honnepel, dochter van Elbert van Honnepel en Catharina van Wittenhorst. Uit dit tweede huwelijk had Zeger een dochter en twee zoons, van wie een jong overleed. Zelf overleed hij op 15 augustus 1557. In mei 1556 was ook zijn tweede vrouw hem voorgegaan..
      Op 26 juni 1502 was Zeger van Arnhem de twaalfde boreling in een gezin waaruit zes dochters en tien zoons voortkwamen. Als een Van Arnhem stamde hij niet alleen van vaders zijde uit een roemrucht riddermatig geslacht, ook van moeders zijde had hij aanzienlijke Geldersen in zijn kwartieren. Zijn vader Johan was de zoon van de in 1486 overleden burgemeester Wynant van
      Arnhem. Blijkens herhaaldelijke vermeldingen in de regionale archivalia, vrijwel doorlopend vanaf omstreeks 1490, was vader Johan in Ede en omgeving een aanzienlijk en invloedrijk man. Zeger zal dus in de omgeving van Ede zijn opgegroeid, maar over zijn jeugd is niets bekend. Op 5 augustus 1527 behoorde hij tot de Gelderse strijdmacht die met honderd paarden de bisschopsstad Utrecht binnentrok. Na de vrede van Gorkum van 3 oktober 1528, waarbij de hertog Utrecht aan zijn tegenstander Karel V moest prijsgeven, werd Zeger op 2 februari 1529 met vier paarden wederom ingedeeld bij een afdeling hertogelijke ruiters.
      Op 12 december 1531 overleed Zegers vader, Johan van Arnhem. Johan bezat met zijn vrouw Aleyd het 'huys tot Kernhem' onder Ede, waarmee zij, evenals met het 'goet tot Hirnen' in het kerspel Berinchem, in 1481 na het overlijden van haar vader was beleend. Na haar huwelijk met Johan van Arnhem was deze in 1495 haar leenhulder geworden. Als oudste nog levende zoon was Zeger nu geroepen om op 20 januari 1533 voor Kernhem als leenhulder voor zijn moeder in te springen. Voor Hirnen werd hij op die datum zelfs haar leenvolger. In 1543 zou hij dit leen overdoen aan zijn in 1507 geboren broer Albert en na diens overlijden kwam het in 1562 in handen van Zegers jongste broer Jozef (1509-1586), drost van Harderwijk. Zeger zelf zou, na het overlijden van zijn moeder, in 1543 heer van Kernhem worden.
      Terug naar de jaren '30. Zeger trad toen bij herhaling op in gerechtelijke aangelegenheden, als voogd, leenhulder of getuige. Sinds zijn huwelijk met Anna Bentinck in 1532 zal hij als schoonzoon vaak te gast zijn geweest op Het Loo, waar zijn schoonouders woonden. Het is niet zeker dat hij op 25 januari 1536 ook 'upt Loe' was, toen hertog Karel hem als opvolger van zijn overleden vader naar voren schoof als lid van de Arnhemse raad. Op 31 augustus 1537 noemde de hertog zijn naam als 'diener ind lieven getrouwen' in de oorkonde waarin hij zijn evenzeer 'lieve getrouwe' Johan Bentinck wegens diens veertigjarige trouwe dienst erfelijk beleende met het jagermeesterschap van de Veluwe. De hertog noemde Zeger als leenvolger inzake het jagermeesterschap, ingeval Bentincks eigen leenbekwame zonen Adolf en Karel zonder mannelijke nakomelingen mochten overlijden. Zoals we zullen zien zou deze zogenaamde 'constitutie', waarbij Johan Bentinck zijn vrij eigen huis Het Loo als leen aan de hertog opdroeg, voor Zeger nog veel voeten in aarde krijgen.
      Op 27 januari 1538 behoorde Zeger met zijn schoonvader Johan Bentinck tot de delegatie uit de Veluwse ridderschap die te Nijmegen het verdrag ondertekende waarbij de op handen zijnde opvolging van hertog Karel door Willem van Kleef en Gulik werd geregeld. Hierbij kwamen ook de rechten en plichten van de ingezetenen aan de orde, met name het erfrecht van geestelijken. Zeger kon toen niet bevroeden hoe nadrukkelijk hij en zijn nakomelingen wat dit laatste betreft met deze regeling nog te maken zouden krijgen. Op 30 juni van dat jaar overleed hertog Karel. In zijn testament, dat hij luttele uren daarvoor had laten opmaken, wees hij Zeger van Arnhem samen met de graven Joost van Bronckhorst en Christoffel van Meurs aan als uitvoerder van zijn laatste wil en bedacht hij hem wegens zijn trouwe diensten - wat die ook waren geweest - met 1500 goudgulden. Dat hem de eer te beurt viel te behoren tot de selectieve kring van Van Bronckhorst en Van Meurs, onderstreept zijn vertrouwenspositie aan het hof. Ter compensatie voor de schade die Steven van Ruytenborch tijdens hertog Karels veldtocht in Friesland had geleden ontving deze uit de boedel de Cannenburgh te Vaassen, die Zeger - zelf dus executeur-testamentair - al op 16 februari 1540 als 'de poll genant Kannenborch' van hem overnam. Op zijn beurt deed hij het goed op 6 mei 1543 weer over aan Maarten van Rossem, die de aanzet zou hebben gemaakt tot de bouw van het kasteel in zijn huidige vorm. In 1539 werd Zeger lid van de Arnhemse Sint-Nicolai Broederschap.
      1543 was voor Zeger een bewogen jaar. In het voorafgaande jaar, op 22 september 1542 was zijn vrouw Anna overleden. Zij liet hem acht minderjarige dochters na, reden te meer om in 1543 te hertrouwen met Catharina van Honnepel, weduwe van Reinier van Voorst tot Dorenburg, die op haar beurt ook kinderen meebracht, onder wie haar zoon Elbert, die later zou trouwen met Zegers oudste dochter Johanna. In 1543 werd Zeger zijn moeders leenvolger op Kernhem. Na het overlijden van hertog Karel had diens opvolger, Willem van Kleef, hem naast onder meer Van Meurs, Van Bronckhorst en Van Rossem aangesteld tot zijn raadsman. Hertog Willem zette de strijd tegen keizer Karel V voort, maar moest in 1543 in hem zijn meerdere erkennen. Zeger van Arnhem werd gemachtigd om namens het Kwartier van Veluwe en in bijzijn van zijn broer Josef en zwager Adolf Bentinck op 12 september het Tractaat van Venlo te ondertekenen. Dit heeft voor het Hertogdom Gelre en Graafschap Zutphen als semi-officiële grondwet dienst gedaan tot de Franse tijd.
      Het Tractaat van Venlo van 12 september 1543 ondertekent door Karel V, en oa Johan en Maarten van Rossum, Zeger en Josef van Arnhem, Adolf Bentinck en andere gezanten van Gelre en Zutphen (handtekening rechts komt van andere akte).
      De hertog ontsloeg hem van zijn eed, waarop Zeger als raad in dienst trad van de keizer en lid werd van het Hof te Arnhem. Op 16 oktober 1543 deed Adolf Bentinck een beroep op de Gelderse leenkamer om in de rechten van zijn overleden vader te mogen treden. Geen probleem, behalve wat Het Loo betrof en het daaraan gekoppelde jagermeestersambt. Daarop werden alsnog aanspraken gemaakt door de bezitters van het huis Heukelom, waarvan het ambt in 1481 was afgescheiden. Al
      met al werd Adolf eerst in september 1547 met Het Loo en het jagermeestersambt beleend. Adolf Bentinck overleed op 10 januari 1548 zonder wettige kinderen na te laten. Omdat Adolfs broer Karel al eerder was overleden, wierp Zeger van Arnhem zich op als leengerechtigd tot het jagermeestersambt. Na een levendige correspondentie, waarbij ook landvoogdes Maria betrokken raakte, werd hem dit pas op 3 september gegund "syn leven lanck ind nyet langer". Er was namelijk verschil van mening geweest of alleen Zeger zèlf, dan wel ook zijn eventuele mannelijke nakomelingen voor die belening in aanmerking zouden komen. Opmerkelijk genoeg deed Zeger het ambt dadelijk over aan stadhouder Filips van Lalaing, ook weer voor de duur van diens leven. Na het overlijden van haar broer legde Zegers schoonzuster Aleyd Bentinck, religieuze in Zutphen, haar habijt af, liet zich op 30 mei 1548 belenen met huis Het Loo en trouwde met haar zwager Filips van Varick. Die meldde zich in het voorjaar van 1555 als erfgenaam van zijn dochtertje Clara, dat kort na haar geboorte was overleden, maar haar moeder in het kraambed nog juist had overleefd. Dit werd aanleiding tot een erfrechtelijke kwestie tussen de families Van Arnhem en Van Varick, die decennia lang duurde. Nadat hij bij het overlijden van stadhouder Lalaing in 1555 definitief afstand had gedaan van het jagermeesterschap, werd Zeger in november 1556 leenrechtelijk in het bezit van Het Loo gesteld, waarvan Filips' zuster Margriet, de weduwe van Adolf, nog het vruchtgebruik genoot. Zeger noch zijn zwager Filips hebben de minnelijke schikking mogen beleven die in 1595-1596 leidde tot een verdeling van Het Loo.
      Zeger van Arnhem overleed, moegestreden, op 15 augustus 1557. In het testament dat hij vier dagen voor zijn dood liet opmaken, benoemde hij Carel, geboren op 24 augustus 1551 uit zijn (tweede) huwelijk met Catharina van Honnepel (weduwe van de heer van de Doornenburg), tot opvolger op Kernhem. Hij werd in het koor van de kerk te Ede begraven bij zijn eerste vrouw Anna Bentinck. In mei 1556 was zijn tweede vrouw Catharina van Honnepel daar ook al te ruste gelegd. Zijn oudste dochter Johanna, uit zijn eerste huwelijk, trouwde in juni 1558 met haar stiefbroer Elbert van Voorst, die de strijd tegen de Van Varicks voortzette en wist te bereiken dat zij in 1595 onverkort in het genot van huis Het Loo werd gesteld.
      Bron: Biografisch Woordenboek Gelderland