Aantekeningen |
- Beschrijving: Algemeen Handelsblad 27-12-1852: "Nieuwe Rotterdamsche courant 24-12-1852: Directeuren der hier ter stede gevestigde Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van schipbreukelingen hebben in hunne, vergadering van heden besloten te doen uitreiken: (....) Aan Jan de Korte, voerende het Nederlandsche hoekerschip Onbestendigheid, te huis behoorende te Middelharnis, de Groote Zilveren Medaille en Vijftig Gulden,om onder zijn equipage te verdeelen voor het, op den 29sten October jl., op de hoogte van Doggersbank 51° 30' NBr. en 2° OL., redden der equipage, bestaande in zeven personen, van het in zinkenden toestand verkeerende Hannoversche kofschip Achilles, gevoerd door kapitein W.L. Velt, te huis behoorende te Papenburg en hen veilig te Middelharnis aan wal te brengen. (....)".
1876: 3 man overboord geslagen. Schipper Jan de Korte (60), matroos Arij Duprée (34) en de jongen Kornelis den Braber (24) door een zware zee overboord geslagen. Men had zojuist een zware storm doorstaan en omdat de windkracht iets verminderde hoopten allen dat het grootst gevaar geweken was. Bij stormweer was er zo min mogelijk volk aan het dek, alleen de twee mannen van de wacht. De anderen zaten 'gewapend' (met laarzen en oliegoed aan) in het voorlogies klaar om op het eerste waarschuwingsgeroep van de wacht naar het dek te snellen. Alleen de schipper ging of was aan het dek als hij het nodig vond en deed vaak meer wacht dan de matrozen. Een noodkreet van de wacht: 'Boven voor een schip!' Iedereen naar het dek toen een zware zee bij het voorschip oprees en over kwam. De uitwerking was verschrikkelijk. Vier man, waaronder de schipper spoelden over boord en werden niet meer gezien, behalve een matroos die een afhangend touw gegrepen had. Met moeite werd hij aan boord getrok! ken. Een andere matroos zat tussen de stukken van de stukgeslagen scheepsboot bekneld. De mensen die zich op het achterdek bevonden hadden van de overkomende zee niet de minste last.
*Advertentie: "Gisteren avond ontving ik de verpletterende tijding, dat mijn geliefde Echtgenoot JAN DE KORTE, Schipper op de vischsloep Onbestendigheid, in den morgen van 18 dezer door eene stortzee overboord was geslagen en zijn graf in de golven had gevonden. Hij had den ouderdom van 60 jaar bereikt. Wat ik en mijne kinderen in hem verliezen, zullen allen beseffen, die hem gekend hebben. Wed. J. DE KORTE, geb. LANGBROEK. Middelharnis, 16 November 1876. Algemeene kennisgeving".
*Advertentie: "Gisteren ontvingen wij de treurige tijding, die heden bij de binnenkomst onzer vischsloep Onbestendigheid werd bevestigd, dat onze geachte Schipper JAN DE KORTE en twee zijner matrozen jl. Maandag morgen door een zware stortzee overdoord geslagen en jammerlijk verdronken waren. Wij verliezen in hem niet alleen een man, die ons 46 jaar, waarvan de laatste 34 jaar als schipper, met de meeste trouw en ijver heeft gediend, maar tevens een oprecht vriend wiens verlies wij diep betreuren en wiens nagedachtenis bij ons in eere zal blijven. P.L. SLIS & ZOON. Middelharnis, 16 November 1876".
|