Aantekeningen |
- Bijgenaamd de Vette.Hij voerde als eerste de titel graaf van Holland 1101 als leenman van deUtrechtse bisschop, nam geen deel aan de eerste kruistocht 1096 maar stimuleerde nieuwe veenontginningen bij de grote rivieren.Floris maakte een einde aan de strijd met Utrecht. Verschijnt in 1101 voor het eerst met de titel "graaf van Holland" als leenman van de bisschop van Utrecht
Graaf van Holland (17-06-1091 tot 02-03-1121). Hij maakte een eind aan de strijd met Utrecht en verschijnt in 1101 voor het eerst met de titel 'Graaf van Holland' als leenman van de bisschop van Utrecht.
Hij volgde in 1091 zijn vader op. Omstreeks 1108 huwde hij met Geertruida, de dochter van de hertog van Opper-Lotharingen en halfzuster van de Duitse Koning Lotharius van Supplinburg. Zij overleefde haar man ruimschoots en overleed op 23-05-1144 waarna zij te Rijnsburg werd begraven. Waarschijnlijk al bij haar huwelijk veranderde zij haar naam van Geertruida in Petronella. Hiermee heeft zij vermoedelijk beoogd om zo haar verbondenheid met Petrus en de Heilige Stoel te benadrukken.
Uit het huwelijk van Floris II en Petronilla zijn vier kinderen bekend: Dirk die later als Dirk VI zijn vader opvolgde, Floris die bekend werd als Floris de Zwarte, Simon die kanunnik te Utrecht werd en een dochter genaamd Hadewig.
Floris II werd in 1101 als eerste met de titel 'graaf van Holland' vermeld. Daarvoor werd de streek van de graven nog als Friesland aangeduid. Hij was waarschijnlijk leenman van de Bisschop van Utrecht.
Over zijn uiterlijk is bekend dat hij buitengewoon zwaarlijvig was hetgeen hem de bijnaam "de Vette" opleverde.
Ook wordt hij omschreven als schatrijk. Deze rijkdom was grotendeels verkregen uit de inkomsten van veenontginningen en tolheffing aan de monding van de grote rivieren.
Tijdens zijn bewind werden in het graafschap enkele reeds bestaande houten kerken vervangen door stenen kerken waarbij het materiaal, tufsteen, door hem vanuit de Rijnstreek werd geïmporteerd.
Na zijn dood, op nog jeugdige leeftijd, regeerde gravin Petronilla door met krachtige hand. Zij deed belangrijke schenkingen aan de abdij van Egmond.
Hij had ook nog een bastaarddochter, zie Karel de Grote reeks 133.
Overlijden
Hij is begraven in Abdijkerk, Egmond, N.H..
Floris II van Holland (uit Wikipedia, de vrije encyclopedie)
Floris II (1085-1122)
- Graaf van Holland 1091-1121. Voorganger: Dirk V. Opvolger: Dirk VI.
- Vader: Dirk V van Holland. Moeder: Othilde.
- Dynastie: Hollandse Huis.
Floris II (rond 1085 - 2 maart 1122), bijgenaamd de Vette of de Dikke, was de eerste Friese graaf die zich niet langer graaf van Frisia noemde, maar graaf van Holland: 'Florentius comes de Hollant'. Hij was de zoon van Dirk V van Holland en Othilde.
Omstreeks 1108 trouwde Floris II met Geertruida van Saksen, dochter van Diederik II van Lotharingen, de hertog van Opper-Lotharingen en een halfzus van de Rooms-Duitse koning Lotharius III van Supplinburg. Geertruida veranderde haar naam waarschijnlijk bij haar huwelijk in Petronilla. Hiermee wilde ze vermoedelijk uiting geven aan haar verbondenheid met Petrus en de paus. Floris II beëindigde het conflict met bisschop Burchard van Utrecht, waarschijnlijk door hem in 1101 als leenheer te erkennen. In ruil daarvoor ontving hij van de bisschop het Rijnland (gouw) in leen en kreeg van hem de titel Graaf van Holland. Floris II is de eerste die zo werd genoemd, daarvoor werd zijn domein nog als het graafschap Friesland aangeduid.
Floris verwierf grote rijkdom door de ontginning van de veengebieden in het Rijnland en door tolheffing op de grote rivieren, met name bij Vlaardingen waar in die tijd de Lek, Waal en Maas samen in de Noordzee uitmondden. Hij heeft zijn bijnaam waarschijnlijk aan deze rijkdom te danken. Floris heeft tijdens zijn bewind diverse houten kerken vervangen door kerken van tufsteen.
Floris overleed toen zijn oudste zoon Dirk nog maar 7 jaar oud was. Hij is begraven in de abdij van Egmond.
Floris en Petronella kregen de volgende drie kinderen:
- Dirk
- Floris de Zwarte
- Simon, kanunnik te Utrecht
- Hedwig (overleden 1132), non
Floris zou ook nog een buitenechtelijke dochter Hadewijch Florisdr hebben gehad. Hadewijch trouwde met Hugo III van Voorne. (En deze zogenaamde buitenechtelijke dochter, die in tal van stambomen voorkomt is totaal verzonnen. Hoe kan het dan dat zij toch genoemd wordt? Dat zit zo. Er was eens een genealoog die zich afvroeg wie de echtgenote van Hugo III van Voorne, van wie ieder spoor ontbreekt, geweest had kunnen zijn. Zij moest natuurlijk uit goede kringen komen, dus waarom niet een dochter uit het aanpalende Huis van Holland, waar Floris II regeerde. Nu zijn de kinderen van Floris II bekend, en daar zit geen dochter bij die met Hugo III is getrouwd. Dan zou het een buitenechtelijke dochter geweest moeten zijn, redeneerde hij. Van een buitenechtelijk kind van Floris is echter nergens sprake. Hoe zou ze geheten kunnen hebben? De genealoog was ergens in een document de naam Adevi Vorensis tegengekomen, die niet plaatsbaar is. Deze Hadewijch zou dus misschien de vrouw van Hugo III van Voorne kunnen zijn en een buitenechtelijke dochter van Floris II, gaf hij als mogelijkheid. Floris II had immers wel een wettige dochter Hadewjich – eigenlijk Hedwig, naar zijn schoonmoeder Hedwig van Formbach – maar die zat in het klooster. De rest is pure speculatie, door niets onderbouwd. Toch gaan er tientallen, wat zeg ik honderden kwartierstatenmakers door met het opvoeren van deze verzonnen buitenechtelijke dochter van Floris II de Vette van Holland. Veel stambomen van stommelingen gaan ook nog eens doodleuk verder met Floris' enige en wettige vrouw Petronilla (oorspronkelijk Geertruida) van Saksen. Een enigszins serieuze stamboom blijft hier verre van, zoals bijvoorbeeld de Kwartierstaat Both-Wilhelm. Ruud Both schrijft: 'Over haar afkomst is tot op heden niets betrouwbaars bekend, mogelijk buitenechtelijke dochter van Floris de Vette van Holland, dan wel identiek met Adewij van Vorensis, vermeld in een acte van 1157 (reeks 133, Karel de Grote-site op het internet). Een Adewij de Voren komt op 19 oktober (zonder jaartal) voor in het necrologium van de abdij Ter Doest. JK)
|