Print Voeg bladwijzer toe

Jan Jansz de Jonge van Driel

Mannelijk 1355 - 1421  (66 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Jan Jansz de Jonge van Driel 
    Geboorte 1355  Sandelingen-Ambacht, , Zuid-Holland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    Overlijden 1421  [1, 2
    Persoon-ID I15671  DoeVos
    Laatst gewijzigd op 3 apr 2020 

    Vader Jan van Driel,   geb. 1325, Zwijndrechtse Waard, , Zuid-Holland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 1394, Zwijndrechtse Waard, , Zuid-Holland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 69 jaar) 
    Moeder Margriete Meeuwesdr 
    Huwelijk vóór 1355 
    Gezins-ID F5419  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Adriana Jaene Nn185   ovl. 1440 
    Kinderen 
    +1. Dirck Jansz van Driel,   geb. 1385, Zwijndrecht, , Zuid-Holland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 1428, Zwijndrecht, , Zuid-Holland, Netherlands Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 43 jaar)
    Gezins-ID F5418  Gezinsblad  |  Familiekaart
    Laatst gewijzigd op 3 apr 2020 

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsGeboorte - 1355 - Sandelingen-Ambacht, , Zuid-Holland, Netherlands Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 

  • Aantekeningen 
    • koper van haver en koren. heemraad van sandelingen ambacht in 1408.

      Jan Jansz. van Driel was heemraad (1408) van Gherit Hendricxz. Ambacht (later
      Adriaen Pieters Ambacht of Sandelingenambacht genoemd). In de reeks Zuid-Hollan-
      se domeinrekeningen (1383-1386) van rentmeester Goedscalc van Brakel zijn de
      kopers van korentienden van Zwijndrecht met name genoemd. In drie rekeningen
      wordt wordt "jonge" Jan Jansz. van Driel vermeld als koper van korentienden in
      de Zwijndrechtse Waard (jaren 1383, 1384 en 1385). Op zaterdag 1 december 1403
      "keerde Jan Jansz. de "pandinghe"(=gerechtelijke beslaglegging) die Jan Schoen-
      hout op hem gelegd had. Jan Jansz. bestreed het beslag met een schepenbrief van
      rente" die hem die abt van Baerne opgedraghe(n) heefft". Met deze schepenbrief
      als bewijs, meende Jan Jansz. "dat hij geen wete en hadde als recht is" en dat
      het beslag onterecht was. Bijna vier maanden later, in maart van het jaar 1404,
      dingde Jan Jansz. "die havercoper" in dezelfde zaak opnieuw voor het gerecht van
      Dordrecht betreffende de panding op zijn erf in "Gherit Heijnricxz. ambochte".
      Jan Jansz. verklaarde dat hij niet tijdig had geweten van de panding en hij
      hoopte dat dit uit het "register" en de getuigenis van de heemraden van het am -
      bacht zou blijken. Hij meende dat hij de panding mocht keren binnen de eerste
      veertien dagen. Daarop zei Jan Schoenhout dat zijn knecht namens hem Jan Jansz.
      "een wete gedaen hadde" (verwittigd had), en dat de vierschaar dit had bevestigd
      Hij meende daarom dat hij het beslag "met recht volghen soude". Na hoor den we-
      derhoor, vonnisten de schepenen dat indien Jan Jansz. aannemelijk kon maken dat
      hij niet had geweten van de panding, hij alsnog binnen veertien dagen de pan-
      ding mocht keren. Als bewijs hiervoor zou hij een verklaring onder ede moeten
      laten afleggen door de schout en twee of meer heemraden van Gherit Henricxz.
      ambacht. Het lijkt aannemelijk, dat Jan Jansz. haverkoper identiek was met Jan
      Jansz. van Driel. Interessant is daarmee ook een zaak uit april 1404, waarin de
      eigendomsberief bevestigd wordt die Jan Jansz. die havercoeper heeft op een half
      huis, gekocht van Roelant Jansz., gelegen bij de Hoppensteiger in Dordrecht. De
      koop van dit huis werd betwist door Jacob But, als man van de weduwe Filips van
      Beveren, die blijkbaar rechten kon doen gelden. Deze connectie met het geslacht
      Van Beveren doet denken aan de akte uit 1407, waarin de boedelscheiding plaats-
      vond tussen Jan (Willemsz.) van Beveren, als man van Margriete Meeus Meeusz.-
      dochter, die eerder gehuwd was geweest met Jan Jansz., mogelijk identiek met (I)
      Jan Jansz. van Driel!. Voor het gerecht van Dordrecht diende op 11 augustus 1408
      een zaak tussen Ghijsbrecht Florensz. op de ene zijde en Jan Jansz.(van Driel)
      op de andere zijde, betreffende 6 morgen 2 hont land in Gherit Henricxz. am-
      bacht, gelegen in de hoeve genaamd "jonge Witte(n)hoeve". Het land werd bij
      vonnis toegewezen aan Ghijsbrecht Florisz., maar is in de volgende jaren blijk-
      baar toch in handen gekomen van Jan Jansz. van Driel of zijn zoon Heijken, blij-
      kens een verklaring van drie jaar later. Op 13 november 1411 getuigden drie
      heemraden van Gherit Henricxz. ambacht op hun eed dat in de hoeve lands aldaar,
      die van "jonghe Witte(n)" was geweest, naar hun weten geen andere eigenaren wa-
      ren dan Otte van Malburch, Willem Heiric Moelnaersz. en Heyken Jansz.van Dryele
      In november 1421 keerde Dirc van Driel een "pandinghe" vanwege Adriaen, zijn
      moeder. De schuld waaruit dit beslag voortkwam, werd door de eiseres, de vrouwe
      Van der Ham, kwijtgescholden in februari van het volgende jaar. Aangezien in
      februari 1422 sprake is van een schuld van de erfgenamen van Jan van Driel, van-
      wege landpacht verschenen op 22 februari 1421, moet Jan Jansz. van Driel in de
      eerste helft van het jaar 1421 zijn overleden.
      Jan Jansz. van Driel huwde met Adriana (Jaene) N.N., overleden na 16 augustus
      1423, vermoedelijke te Sandelingenambacht. Op 13 augustus 1432 beloofde "Jane
      van Driel" voor schepenen van Dordrecht, dat zij de koeien die zij ontvangen had
      van de voogd van Lijsbeth, de (onmondige) dochter van Piet(er) Michielsz., zou
      teruggeven op de Dordtse bamismarkt (in okotber). Uit een enkele dagen later
      gepasseerde akte blijkt, dat deze voogd niemand minder was dan haar zoon Jan van
      Driel. Deze verklaarde op 16 augustus dat hij aan "Jaene Jans weduwe van Driel"
      verkocht had zeker haver "staende opt lant" en zekere "stije"(stee) met
      toebehoren en "beesten": 4 koeien, 4 kalveren en 15 ooien. Jan van Driel had dit
      goed van Lijsbeth Pieter Michielszdochter "gepant en(de) geeyghent (...) op
      Heye(n) van D(r)yel sine broeder". In dezelfde akte van 16 augustus 1423 ver-
      klaarde Jaene dat zij Jan van Dryel verkocht had 3 morgen lande in Schildmans-
      kinderenambacht "gehe(te)n die poerkamp".(Zie: Drie verwante geslachten Van
      Driel [Zuid-Hollandse eilanden, ca.1350-1650] door C.Sigmond en K.J.Slijkerman).....

  • Bronnen 
    1. [S1202] Genealogieonline.nl, https://www.genealogieonline.nl/van-der-waal-stamboom/I1046790261.php (Betrouwbaarheid: 3).

    2. [S3199] Genealogieonline.nl, https://www.genealogieonline.nl/van-der-waal-stamboom/I1046790261.php (Betrouwbaarheid: 3).