Aantekeningen |
- Paltsgraaf in Aken; Graaf in de Bitgau 909-919 , Trier en Ardennergau 916-919, voogd van de Sint-Rumoldusabdij van Mechelen., stichter en voogd van de Sint-Hadelinusabdij van Hastière
vanaf 909: Graaf in de Bidgau
vanaf 19-01-916: Paltsgraaf in Aken; graaf in de Ardennergau
Comte de Bidgau, Comte Palatin de Lotharingie
Wigerik, Duits: Wigerich (886 - tussen 916-919) was paltsgraaf van Lotharingen.
De Sint-Hadelinusabdij te Hastière, stichting van paltsgraaf Wigerik
Wigerik was graaf van Trier, de Bidgouw en de Ardennengouw, en voogd van de Sint-Rumoldusabdij van Mechelen. Hij was ook stichter en voogd van de Sint-Hadelinusabdij van Hastière. In 915 werd hij paltsgraaf van Lotharingen onder Karel de Eenvoudige, als opvolger van Reinier I van Henegouwen. Er was in die tijd geen hertog van Lotharingen, als paltsgraaf voerde Wigerik ook de taken van hertog uit en was dus ook militair verantwoordelijke in Lotharingen.
Wigerik is op 19 januari overleden, in de periode 916-919. Hij is begraven in de door hem gestichte Hadelinusabdij.
Wigerik was een broer van Frederik, abt van de rijksabdijen van Gorze und Saint-Vanne. Vermoedelijk was hij de zoon van graaf Odacar (ca. 850-na 901) van de Bliesgouw en de Ardennengouw, die met Reinier I van Henegouwen succesvol tegen koning Zwentibold in opstand kwam. Odacar was zoon van graaf Wigirik (ca. 820 - na 877) van de Ardennengouw en zijn vrouw Eva.
Wigerik trouwde met Kunigunde van de Ardennen (ca. 890 - ca. 940), vermoedelijk dochter van Irmtrude (dochter van Lodewijk de Stamelaar) en een onbekende vader. Kunigunde hertrouwde met Richwin van Verdun, zoon van Giselbert I van Maasgouw. Wigerik en Kunigunde kregen de volgende kinderen:
Frederik van de Ardennen (* 912, 17 juni 978), eerste graaf van Bar en in 959 hertog van Opper-Lotharingen
Adalbero van de Ardennen, bisschop van Metz 929-962 (reeds vermeld ca.911/915, ? 26 april 962)
Giselbert van de Ardennen, graaf in de Ardennengouw
Siegebert (ovl. na 947)
Gozelo van de Ardennen, graaf in de Bidgouw (? 19 april 942); 8 930 Uda van Metz (* 905, ? 10 april 963), dochter van graaf Gerard (Matfrieden)
Liutgarde (vermeld 8 april 960, naar men aanneemt eerst gehuwd met Adalbert (? 944), graaf van Metz (Matfrieden) en vervolgens met Eberhard, graaf van Egisheim (? 972/973))
mogelijk Siegfried van Luxemburg (* 915/917, ? 26 oktober 997), eerste graaf van Luxemburg, graaf in de Moezelgouw
mogelijk Hendrik (vermeld 970). Wellicht zoon van een andere Wigerik, zoon van Roric (cit.909), die betuigd wordt in het gezagsgebied van graaf Wigerik (Bidgouw).
Als graaf Widiacus in een koningsbrief van Zwentibold: (Trier, 899)
Als graaf Wigericus met graaflijke bevoegdheid in de stad Trier in een oorkonde van Lodewijk het Kind (19 september 902):
MGH Diplomata Schieffer, Theodor (ed.): Die Urkunden Zwentibolds und Ludwigs des Kindes (Berlin 1960) 120-121.
Als Widricus, graaf in de Bidgouw (Trier, abdij van Sint-Maximin, 1 januari 909)
Oorkonde van Karel de Eenvoudige (te dateren tussen 911-915): graaf Windricus en zijn zoon Adalberon worden beleend met de voogdij over de Sint-Rumoldusabdij van Mechelen en het klooster van Hastière. Wampach, C., Urkunden- und Quellenbuch zur Geschichte der altluxemburgischen Territorien bis zur burgundischen Zeit (Luxemburg 1935) I, 164-166.
Als paltsgraaf (kennelijk van Lotharingen) Widricus in een oorkonde van Karel de Eenvoudige in de palts te Herstal (19 januari 916)
In de omstreeks 1202 gefalsifieerde stichtingsoorkonde van de abdij van Hastière: Widericus, geantedateerd naar 656 (wellicht geredigeerd op basis van de oorspronkelijke stichtingsbrief van omstreeks 910). De nogal doorzichtige falsificatie had tot doel de stichting een allodiale oorsprong toe te schrijven, zodat het zich kon losmaken van het moederklooster, het Sint-Glodesindeklooster te Metz. Despy, G., Les chartes de l'abbaye de Waulsort (Brussel 1957), 412-413. Uit hetzelfde falsum wordt afgeleid dat Wigerik (daarin betuigd als zoon van Ohacrius, Lothariensum duce) de zoon zou zijn van graaf Odacar (ca.890): Nonn, U. 'Die gefälschte Urkunde des Grafen Widerich für das Kloster Hastière und die Vorfahren der Grafen von Luxemburg', Rheinische Vierteljahrsblätter 42 (1978) 59-62.
Overlijden
Hij is begraven in Abdij Van Hastière, Namen, Wallonië.
Hij is begraven in de door hem gestichte Hadelinusabdij.
|