Aantekeningen |
- Matthijs Cats studeerde te Leuven, trad aldaar in de orde der Franciscanen, was achtereenvolgens lector in de theologie te Leuven, gardiaan vande kloosters van zijn orde te Mechelen en te Leuven, en werd 6 Maart 1576 tot provinciaal van de Francis - kanerorde gekozen. Hij overleed echter reeds 8 Augustus 1576 en werd begraven in het koor van de kloosterkerk te Leuven. Hij wordt geroemd als een ‘vir eximiae pietatis et eruditionis’. Van hem zijn bekend: Catholica praeceptorum decalogi elucidatio (Ant - verpiae, 1573; 2de druk, 1576; 3de druk, 1604) en Institutionis christianae catholica et erudita elucidatio, secundum methodum a magistro IIsententiarum observatam (Ant - verpiae, 1575). Op het titelblad noemt hij zich beurtelings Mathias Cats a Brouwershaven en Mathias Felisius. - Zie over hem: De la Rue, blz. 368 - 370; Nagtglas, I, blz. 109, 212; N.N.B.W., VI, kol. 286 (D.A. Felix); Schmitz, Het aandeel der Minderbroedersin onze middeleeuwse literatuur, t.a.p., blz. 102.
|