Print

Cornelis, mosselvisser op Herkingen



De Van den Doelen die in Dirksland hebben gewoond waren in de zestiende en zeventiende eeuw niet onbemiddeld. Ze behoorden tot de beter gesitueerde deel van de lokale samenleving. Cornelis van den Doel slaagde er niet in de opgaande lijn van zijn voorgeslacht voort te zetten. De oorzaak daarvan is niet duidelijk.

Cornelis Jillisz van den Doel heeft een bepaalde periode in Melissant gewoond. Hij was vrijwel zeker geen landarbeider. Hij kwam als schipper in Herkingen terecht. Hij woonde daar toen hij in 1754 trouwde met Annetje Kaslander. De kinderen van Cornelis Jillisz van den Doel en Annetje Kaslander werden in Herkingen gedoopt.



Cornelis werd mosselschipper. Met zijn zwager Teunis Kaslander was hij in 1763 tot 1766 een van de huurders van de mossel- en oesterbank op de slikken van Herkingen voor een periode van drie jaar. In 1770 werd hun door de ambachtsheer Willem van Nieuwenhoven de huur opgezegd wegens wanbetaling. De compagnons waren bij liquidatie van het contract de ambachtsheer nog geld schuldig voor hun hengst, het schip dat Van Nieuwenhoven in 1763 had gefinancierd. Op de een of andere manier zette Cornelis zijn bestaan als mossel- en oestervisser voort, maar het ging hem niet voor de wind. In 1783 overleed zijn vrouw Anna Kaslander 'in onvermogen'. Vanwege de 'soberen toestand deszelven Boedels' was het moederlijk erfdeel van de kinderen, dat Cornelis heb zou alimenteren tot hun huwelijk of meerderjarigheid en dan elk een zilveren dukaton uit zou keren. Cornelis hield de boedel bij de baten en de lasten. Zoon Jillis werd een van de voogden over de minderjarige Adrianus, Johannes, Servaes, Maria en Agatha.



de handtekening van Cornelis van den Doel

Cornelis hertrouwde met Cornelia Huiszoon, een weduwe met een aantal minderjarige kinderen. Uit huwelijk mocht maar twee maanden duren. Eind januari 1785 overleed Cornelis, ook 'in onvermogen'. Volgens zijn boedelinventaris, die op verzoek van Jillis op 10 januari 1785 werd opgemaakt, had Cornelis van den Doel 'een huis en Loots met de verdere gevolgen van dien staende op deezen Dorpe' en 'een Hengst vaartuig met deszelvs staende en loopende wandt leggende in de Kaeij alhier'. Huis en schip waren echter zwaar belast met hypotheken en leningen.



Bij de publieke verkoop van de insolvente boedel van zijn vader Cornelis van den Doel en Cornelia Huiszoon op 23 maart 1785 kocht Jillis het Huis voor fl. 255,--. Voor zijn minderjarige broer Johannes kocht hij de hengst voor fl . 127,--. Voor Cornelia Huiszoon was het een hard gelag, want ook de huisraad werd openbaar verkocht. Na enige tijd vond ze onderdak bij een derde echtgenoot. Op 12 juli 1786 werd de opbrengst van de boedel verdeeld.



In 1754 raakte het dorp Herkingen zijn korenmolen kwijt. Cornelis van den Doel was in 1754 een van de 46 inwoners die een rekwest tegen afbraak van de molen ondertekenden en zich garant stelden door de kosten die schout en schepenen van Herkingen zouden maken voor het indienen van het rekwest bij de Staten van Holland. De actie van dorpsbestuur en inwoners was tevergeefs.


Tekst: Peter van den Doel
Bron: Dirksland Sas in genealogisch perspectief
Dirksland, 2001
Klik hier voor de persoonskaart van Cornelis