Print

Jilles Cornelis, een onvergetelijke opa



Het gezin waar Jilles op 30 januari 1891 geboren werd telde zeven kinderen: Jilles, Huib, Rien, Piet, Griet, Rens en Sientje. Er is een foto bewaard gebleven waar Jilles op een kar zit. Sientje is binnen enkele jaren na haar huwelijk overleden. Zij was ziekelijk, zoals ze dat vroeger noemden.

Het gezin waar hij uit kwam was vermoedelijk Hervormd. Het bestond uit drie jongens en vier meisjes. Vader en moeder Van den Doel hadden een hoedenwinkel en moeder was hoedenmodiste. Vader speelde in Hellevoetsluis op het kerkorgel. Broer Huib had een kledingmagazijn en verdiende er wat bij met orgelles geven. Hij begeleidde ook zangkoren. Broer Piet had een schoenmakerij en had ook zangkoren. Hij woonde in Hellevoetsluis en verhuisde later naar Rotterdam. Broer Rien werkte op de stoomtram in Rotterdam. Hij was ook muzikaal. Jilles was de enige die is gaan varen. Ook hij was muzikaal en speelde orgel en accordeon..
Jilles trouwde op 31 december 1914 met Cornelia Wilhelmina van der Sluijs. Het echtpaar kreeg twaalf kinderen, waarvan er twee jong zijn overleden.

Jilles Cornelis was machinist met dispensatie. Dat wilde zeggen, dat hij geen diploma hoefde te hebben, want hij had zichzelf opgewerkt tot machinist. Hij werd door de anderen aangesproken als meester. Hij was een kundig machinist, maar tevens bereid om te luisteren naar anderen, tenminste, als ze hem op de juiste manier aanspraken. Op de uitspraak: “Nee meester, dat moet zó!”, reageerde hij met het antwoord dat het op zijn manier gedaan werd. Als iemand hem vroeg of het op een andere manier mocht antwoordde hij: “Wel jongen, heb jij dat anders geleerd?” en liet toe, dat het op een andere manier gedaan werd. Jilles was heel veel van huis en vaarde op de sleepboot bij Hoek van Holland, en later op de Ebro als machinist. Voor de jongens aan boord was Jilles als een vader. Hij speelde op zijnaccordeon en de jongens zongen er bij. Heel gezellig.

Op één van zijn laatste reizen bracht Jilles hele mooie poppen mee uit het buitenland. Die poppen waren heel mooi aangekleed en konden 'mama' zeggen. Hij had er vijf bij zich. Eén hele grote en vier grote. De hele grote was voor zijn vrouw, de vier anderen voor de vier gezinnen met kinderen die er op dat moment waren. Op die reis had het heel erg gestormd. De bemanning heeft toen heel veel keer “mama” uit de mondjes van de poppen gehoord. De foto met de poppen is genomen in de Heldringsstraat, waar zijn dochter Neltoen woonde.

De oorlog was een heel onzekere tijd. Alle vijf de jongens waren weg. Wim, Piet en Niek zaten in Duitsland. Piet kon met verlof, op voorwaarde, dat hij terug zou keren. Zoon Jilles zat in Engeland en Huib zat in Frankrijk. Huib was als eerste bevrijd en was in Breda. Jilles Cornelis was thuis. Hij moest onder de Duitse vlag gaan varen en dat had hij geweigerd. Hij was lopend vanuitVlissingen over de Sloedam naar huis komen vluchten.

In de oorlog was het voedsel een probleem. Maar zijn vrouw kreeg van de groenteboer nog steeds vijf bloemkolen. Als andere mensen daar wat van zeiden, gaf de groenten man als antwoord: kochten júllie voor de oorlog vijfbloemkolen? Nee? nou, zíj wel.

Zijn schoonzoon werkte in de oorlog als slager. Hij ruilde daar vlees voor lappen stof. Toen hij thuiskwam bracht hij twee koffers vol lappen stof mee. Die lappen stof werden bewaard voor de bruiloft van zijn schoonzus. Er werden prachtige jurkjes van gemaakt. Lange jurken nog al liefst. Dat deed hij, omdat zijn schoonzus alles van haar uitzet aan haar ouders had gegeven om het tekunnen ruilen voor eten.

In het huishouden hadden de twee oudste meisjes al vroeg de taak om hun moeder te helpen. Boven hen zaten twee jongens, onder hen weer drie jongens en drie kleine meisjes. Er was dus genoeg te doen voor de twee oudste meisjes. Moeder Cor had een wasmachine beneden met een slinger. Die slinger moest met de hand heen en weer gedraaid worden. Daar werden de kinderen om de beurt bij ingeschakeld. ook de jongens. Iedereen een kwartier. Gewassen werd je in de teil. Die teil stond gewoon buiten op het plaatsje. Je ging met een aantalkinderen in hetzelfde badwater.

Alleen zijn oudste zoon is in Hellevoetsluis geboren. Alle andere kinderen zijn geboren en getogen in Maassluis. Jilles en zijn vrouw zijn heel wat keren verhuisd. Vanwege hun steeds groter wordende gezin hadden ze meer ruimte nodig. Het verschil tussen het ene huis en het andere was vaak een kwartje. Maar dat kwartje gaf dan precies de ruimte die ze op dat moment extra nodig hadden. Het eerste huis was op de Noordvliet. Daarna volgden er drie huizen op het Stort: de Keucheniusstraat, de Talmastraat. Zijn vrouw heeft ook nog een week of zes in de Stationsstraat gewoond. Toen Jilles van een reis terug kwam, was ze daar al weer vertrokken. Het beviel haar daar van geen kanten. Ze was verhuisd naar de Taanstraat. De jongste dochter is in de Talmastraat geboren. Toen zij een jaar of acht was, is het gezin naar de Kruisstraat verhuisd. Daar moeten ze heel lang gewoond hebben. Het jongste jongetje Atie is in de Kruisstraat geboren. Toen de jongste twee dochters bijna uit huis waren, zijn ze verhuisd naar de Constantijn Huygensstraat. Dat was een kleine eengezinswoning. Vanuit dat huis trouwden in juni 1956 de twee jongste dochters op dezelfde dag. Als laatste huis bewoonden ze een flat aan de P.C. Hooftlaan op nummer 37a. De huizen waarin ze woonden hadden beneden een kamer en een klein kamertje, en een keukentje. Boven was er een zolder en een kamer. De vijf jongens sliepen op de zolder en de vijf meisjessliepen op het kamertje.

Als Jilles van een zeereis thuis kwam, was het feest. De kinderen haalden hun vader van boord. Ze liepen dan het kippenbruggetje over naar de haven. Dat was een heel smal bruggetje naast de spoorlijn. Jilles trakteerde de meisjes dan op weg naar huis op een ijsje. Als hij weer op reis ging, riep hij ‘s morgens vroeg onder aan de trap als de kinderen nog op bed lagen: 'Meiden, lief zijn voor je moeder hoor, terwijl ik weg ben, dan leg ik voor jullie alle drie twee centen neer op de spiegelrand, daar mogen jullie wat voor kopen'.

De Van den Doelen van de Helvoetse tak zijn heel muzikaal. De vader van Jilles ( die heette eveneens Jilles Cornelis) speelde in Hellevoetsluis op het kerkorgel. Junior speelde ook op het orgel en op zijn accordeon. De muzikale lijn in zijn familie werd doorgezet door zijn zoon Jilles. Hij stichtte de Muziekschool in Maassluis. Muziek was gekoppeld aan gezelligheid. Als er 's zondags ‘s morgens koffie gedronken was en Jilles was thuis, dan ging hij achter het orgel zitten. De kinderen kwamen er dan bij en met zijn allen werd er gezongen. De dochters Tho en Nel zongen tweestemmig mee. Nadat ze weer eens een keer verhuisdwaren vertelden de buren, dat ze de muziek en het zingen zo misten.

De naam Jilles Cornelis zou later nog veel terugkomen. Er werden zes kleinzoons naar hun opa vernoemd. De naam Jilles komt binnen de familie Van den Doel weinigmeer voor. Slechts in de Maassluisse tak kom je deze nog veelvuldig tegen.

Jilles en zijn vrouw waren gek op al hun kleinkinderen. Oma had de gewoonte om iedereen altijd evenveel te geven, b.v met verjaardagen. Niemand kreeg een stuiver meer. Ze kregen in de twintig kleinkinderen. Na zijn pensioen thuisgekomen ging Jilles veel met de kleinkinderen wandelen. Soms met drie of vier. Ze gingen dan wel eens met deveerpont naar Rozenburg naar de speeltuin. Dat vonden ze heerlijk.

Jilles Cornelis overleed op 3 maart 1966 plotseling op 75-jarige leeftijd in het ziekenhuis in Vlaardingen. Zij vrouw Cor overleed op 10 oktober 1967 in hetzelfde ziekenhuis. Ze had een herseninfarct gehad. Ze leed ook aan diabetes.



Te vinden op het internet.

Het bombardement van Maassluis
Klik hier voor de persoonskaart van Jilles Cornelis

Met dank aan Joke Visker en
de drie jongste dochters van Jilles
Bewerking: Peter van den Doel