Print Voeg bladwijzer toe

Graaf Lodewijk I van Loon

Mannelijk - 1171


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Lodewijk I van Loon  [1
    Prefix Graaf 
    Geslacht Mannelijk 
    Overlijden 11 aug 1171 
    Begraven Borgloon, , Limburg, Belgium Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Persoon-ID I21730  DoeVos
    Laatst gewijzigd op 5 mrt 2019 

    Vader Graaf Arnold II van Loon,   geb. ca. 1090   ovl. 11 apr 1138-1139 (Leeftijd ~ 49 jaar) 
    Moeder Agnes van Rieneck,   geb. ca. 1085   ovl. Ja, datum echter onbekend 
    Huwelijk 1100 
    Gezins-ID F1365445267  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Agnes van Metz, Vrouwe van Longwy,   geb. ca. 1110   ovl. 18 aug 1171 (Leeftijd ~ 61 jaar) 
    Kinderen 
    +1. Agnes van Loon   ovl. 1191
    Gezins-ID F1365445264  Gezinsblad  |  Familiekaart
    Laatst gewijzigd op 5 mrt 2019 

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsBegraven - - Borgloon, , Limburg, Belgium Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 
    Pin Legenda  : Adres       : Locatie       : Stad/Dorp       : Gemeente/Graafschap       : Staat/Provincie       : Land       : Nog niet ingesteld

  • Aantekeningen 
    • Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie: Lodewijk I van Loon

      Lodewijk I van Loon (?-1171)

      - Graaf van Loon 1139-1171. Voorganger: Arnold II. Opvolger: Gerard.
      - Vader: Arnold II van Loon.

      Foto: De burcht van de Loonse graven te Brustem

      Lodewijk I (? - 11 augustus 1171) was de vijfde graaf van Loon tussen 1139 en 1171. Hij liet in Brustem een burcht bouwen.

      Hij huwde Agnes van Metz, dochter van Folmar VI van Metz en Mathilde. Agnes gaf Hendrik van Veldeke de opdracht om de Sint-Servaeslegende te schrijven.

      Lodewijk schonk de Bolderbergwinning in Bolderberg, nu bekend als domein Bovy, aan de Norbertijnen van de abdij van Averbode.

      Lodewijk werd opgevolgd door zijn zoon Gerard. Dochter Imena of Imagina huwde met Godfried III van Brabant, en dochter Sophie of Guda huwde met Wouter Berthout, heer van Mechelen uit het Grimbergse geslacht der Berthouts. Dochter Agnes trad in het huwelijk met Otto I van Beieren.

      Op 11 augustus 1171 mislukte de poging van Lodewijk om het graafschap Duras te veroveren. De graaf van Duras kreeg hulp van de burgers van Sint-Truiden en versloeg hem. Hierbij kwam Lodewijk om het leven.

      Lodewijk en zijn vrouw werden in de gasthuiskapel in Borgloon begraven. Hun graf is er nog steeds te zien.

      (Deze pagina is het laatst bewerkt op 5 augustus 2010)


      — Uit Jozef D. Janssens, In de schaduw van de keizer, Hendrik van Veldeke en zijn tijd (1130-1230) (Zutphen, Walburg Pers, 2007), p. 74:

      Maar wie waren die graven van Loon? In een boeiende weekendbijlage van Het Belang van Limburg (van 3-4 maart 2007) worden ze als volgt getypeerd: 'Ze werden vergiftigd, kwamen met opzet te laat voor de Guldensporenslag (op 11 juli 1302, anderhalve eeuw na Lodewijk I, JK), zaten ontvoerde vrouwen achterna, lieten mottetorens bouwen om hun buren te beloeren en staken hun dochters in het klooster. Voorwaar, weinig fraais vanuit een onverdachte bron! Vooreerst was daar Lodewijk I (1139-1171) (zijn jaren als graaf, JK), van wie de voornaamste karakteristieken waren: een oorlogszuchtig karakter en een zeldzame diklijvigheid, twee eigenschappen die – althans volgens Jef Notermans – doorgaans niet samengaan (Jef Notermans, Heynrijck van Veldeken. Z'n tijd, leven en werk, in: Branding 2 (1928) pp. 6-138, p. 12). Er zijn nochtans illustere tegenvoorbeelden ook. Willem de Veroveraar was bepaald niet mager ondanks de vele veldslagen en belegeringen die zijn regering kenmerkten.) De Maastrichtse leraar had geen hoge pet op van deze Loonse graaf: Lodewijk richtte zelfs een verzoek tot de Franse koning om een wapenrusting en helm te krijgen die pasten bij zijn omvangrijke lichaam; hij kon er in eigen streek geen vinden die voldeden aan zijn buitensporige maat (Notermans, p. 14; Jef Baerten, Het graafschap van Loon (11de - 14de eeuw): ontstaan – politiek – instellingen, 1969, p. 53). De inderdaad militante graaf werkte zich op tot één der vertrouwelingen van Barbarossa; hij was op vrijwel alle hofdagen aanwezig en vergezelde hem tenminste één keer op diens Italiëreizen (Notermans pp. 13-14; G.V. Lux en M. Bussels, De opgravingen in en om de kapel van het gasthuis te Borgloon. Met in bijlage: Het anthropologisch onderzoek van de beenderresten uit de gasthuiskapel te Borgloon door Dr. Med. P. Janssens, in: Het Oude Land van Loon 24 (1969), pp. 163-231, p. 209). Lodewijk ging zich trouwens in toenemende mate met zijn Duitse bezittingen bezighouden. We zagen al dat de graven van Loon burggraven waren van Mainz; ze waren ook graven van Rieneck (ten noordwesten van Würzburg, Beieren), een gebied dat drie keer zo groot was als Loon. (Noot: Als graaf van Rieneck trad Lodewijk reeds op in 1139; hij was toen getuige in een akte van Adalbart II van Mainz, zie Baerten 1969, p. 46 en pp. 70-71.) Het is dan niet verwonderlijk dat Lodewijk zijn dochter Agnes in 1169 uithuwelijkte aan Otto van Wittelsbach, één der tropuwste partijgangers van de keizer en vanaf 1180 hertog van Beieren. Evenmin verwonderlijk is het dat hij voortdurend met zijn buren overhoop lag. Hij meende zich tegen hen te kunnen beschermen door de bouw van stevige burchten: zowel in Brustem als in Rieneck. Dit 'castrum Rinecke' van omstreeks 1150, nog steeds indrukwekkend, kreeg sinds 1967 als internationaal ontmoetingscentrum voor christelijke padvinders een vredelievender bestemming. Na nog maar eens een veldslag, stierf Lodewijk tijdens de belegering van zijn kasteel. Hij werd met zijn vrouw begraven 'apud villam suam Los ante hospitale' (bij zijn nederzetting te Borgloon voor het hospitaal) (Noot: Moderne grafstenen bevinden zich op dit ogenblik in de Graethem-kapel, de kapel van het gasthuis te Borgloon; of dit inderdaad de graven zijn van Lodewijk I en zijn vrouw Agnes van Metz is moeilijk uit te maken. De kapel is herhaaldelijk herbouwd. De voorzichtige conclusie van Bussels 1969, p. 209 is: 'Men zou kunnen veronderstellen dat graf 1 het stoffelijk overschot van gravin Agnes en graf 3 dat van Lodewijk I bevat.')

      (...) Het is niet ondenkbaar dat Veldeke zijn graven op reis vergezelde, wat meteen zijn oostelijke actieradius helpt verklaren. Tastbare bewijzen hebben we hiervan helaas niet. Wat voor taken Veldeke concreet ter harte moest nemen, weten we al evenmin, maar dat hij zijn clericale scholing maximaal ten nutte zal hebben gemaakt, ligt voor de hand. Zo zal het wel geen toeval zijn dat Veldeke van de Loonse gravin, Agnes van Metz, de opdracht kreeg om het Leven van Sint-Servaas te dichten:

      Ende ouch doer der Gravinnen bede
      Van Loen, sijnre liever vrouwen,
      Dies hoem bat mit trouwen

      (I vv. 3236-3239)

      ((Hij schreef dit) ook op verzoek van de gravin van Loon, zijn lieve vrouwe, die het hem uitdrukkelijk vroeg)

      In de epiloog van het tweede deel noemt hij haar bij die naam: 'die edel Agnes' (II, v. 2928). Zoals we nog zullen vaststellen, is het waarschijnlijk dat hij voor die taak verschillende boeken nodig had die hij het gemakkelijkst in het Servaaskapittel te Maastricht kon vinden. Een langer verblijf in de Maasstad is in het curriculum vitae van Veldeke dus een quasi-zekerheid.

  • Bronnen 
    1. [S3195] Geneanet, https://gw.geneanet.org/jkal?lang=nl&pz=johannes+pieter&nz=kal&ocz=24&p=lodewijk+i&n=van+loon (Betrouwbaarheid: 3).