Aantekeningen |
- Zie over hem: N.N.B.W., VI, kol. 278 - 279 (D.A. Felix). Adriaen Cornelisz. Cats, omstreeks 1535 te Brouwershaven geboren en aldaar tussen 5 October 1599 en l Februari 1600 overleden, schijnt aanvankelijk biersteker te zijn geweest. Tussen 1568 en 1595 was hij herhaaldelijkschepen, in 1598 en 1599 burgemeester, in 1572 thesaurier en landmeestervan Sint-Jakobs Klein-Nieuwlandpolder, in 1573 kerkmeester, in 1583 accijnsenaar, tussen 1571 en 1595 herhaaldelijk weesmeester en in 1589 onderdijkgraaf der zes nieuwbedijkte landen. Dat hij zowel vóór als na 1577 inde vroedschap zat bewijst dat hij, aanvankelijk Roomsgezind, na de overgang van Schouwen en Duiveland mee overgegaan is naar de nieuwe religie, althans voor de schijn. Vele aanzienlijken immers bleven ook hier het oudegeloof getrouw. is twee keer gehuwd geweest. Uit zijn eerste huwelijk met Leenken Breijde werden vier kinderen geboren: een zoon Cornelis, twee dochters, waarvan er een Quirina heette, en, op 10 November 1577, Jacob. Anderhalf jaarna de geboorte van dit jongste kind overleed de moeder, op 13 Mei 1579.De vader, ‘noch gesont en van bequame jaaren’, hertrouwde (vóór Maart 1583) met Jolente de Grande, ‘een hupse vrouw uyt Walslant’, ‘een hantsaam wijf en oock van edel bloet, maar door de krijg berooft van al haar ouders goet’. Voor de vier halve wezen, die aan haar opvoeding werden toevertrouwd, was zij een moeder, maar niettemin vonden een kinderloze oom en tante het veiliger, de kinderen aan de invloed van deze buitenlandse vrouwuit een Rooms land te onttrekken, en zo verliet Jacob al vroeg het ouderlijk huis. Uit het tweede huwelijk van zijn vader werden nogmaals vier kinderen geboren, drie zoons en een dochter Leenken, ‘een schoone maagt’.
|