Huibrecht van den Doel (1874-1949) hielp zijn familie tijdens de oorlog
Huib van den Doel was in de oorlog weduwnaar geworden. Hij woonde bij een van zijn
dochters in IJsselmonde (nu Rotterdam). Hij was dan weer eens een paar dagen in
Dirksland en dan weer een paar dagen in Rijswijk. Hij scharrelde wat met eten en
andere goederen die in de oorlog schaars waren. Hij had de leeftijd dat hij niet
meer naar Duitsland hoefde en kon makkelijk heen en weer reizen.
Doordat hij en zijn vrouw lange tijd in Rijswijk een pension hebben gehad, had
hij veel relaties met winkeliers in Rijswijk .Laatstgenoemden wilden wel eens eten
hebben en Huibs familie wilde dan weer kleren, zeep of andere dingen hebben .Zo
reisde hij altijd met kleine hoeveelheden ruilhandel heen en weer. Zo nam hij olie
mee naar de stad en grondstoffen om zeep van te maken nam hij mee naar Flakkee.
Hij had altijd een rieten koffer bij zich, waar de ruilhandel in zat. De Duitsers
hebben hem nooit gepakt. Hij had er blijkbaar een neus voor controles en wist deze
te ontlopen.
Ook pendelde hij met Den Haag, waar zijn zoon Theo een scheepsbevrachtingkantoor
had dat voornamelijk werkte voor de ”voedselvoorziening”. Zo kon zijn familie
aardappels in Rotterdam en Den Haag krijgen. Opa Huib regelde dat allemaal. Kleinzoon
Piet moest vaak klusjes voor hem opknappen. en hij is vaak met zo’n klein vrachtscheepje
meegevaren naar Den Haag. Piet vond dat wel leuk, al duurde de reis bijna een hele
dag en soms was het water op het Haringvliet vrij ruig, waardoor hij zich dan niet
zo lekker voelde.Meestal werd er onderweg wat vis gevangen en die werd dan gebakken.
Als ze van Dirksland vertrokken, namen ze voldoende brood mee. Er was genoeg eten
aan boord .Als ze in Rotterdam de sluis naar de Rotte in moesten, werd het spannend.
De Duitsers controleerden daar streng. Het was nog erger, wanneer er een verkeerde
Hollander bij was, die bij de C.C.D. - dit was de Crisis Controle Dienst – was. Dat
waren echte rotzakken. .Huibs schoonzoon, Rien van Dongen, seinde de schipper van te
voren op een vaste afgesproken plaats of ze de sluis in konden of beter naar de kant
konden om te wachten. Als het veilig was kregen ze een seintje, waarna ze de sluis
in konden. Dan kon hij zijn pakje met wat aardappels afhalen en zo hadden zij ook
weer te eten. Na het schutten kon de schipper verder naar Den Haag varen, waar zoon
Theo hen opving. De hele familie had zo te eten door het ruilen van opa Huib.De
familie was één en door wat te ruilen zijn ze redelijk de oorlog van 1940- 1945
doorgekomen.
Deze belevenissen zijn opgetekend door Piet van Dongen, een kleinzoon van Huib,
die dit als vijftienjarige jongen meemaakte. Misschien was alles een beetje anders
dan hierboven beschreven is, maar we spreken inmiddels van ruim 55 jaar geleden.
De feiten liggen heel dicht bij de waarheid.
Reizen per spoor tijdens de tweede wereldoorlog
Klik hier voor de persoonskaart van Huibrecht
Tekst: Piet van Dongen