Print Voeg bladwijzer toe

Walter van der Goije

Mannelijk ca. 1260 - ca. 1311  (~ 51 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Walter van der Goije  [1
    Geboorte ca. 1260 
    Geslacht Mannelijk 
    Naam van Langerak 
    titel Heer 
    • van Langerak
    titel Heer 
    • van half Nieuwpoort
    Overlijden ca. 1311 
    Persoon-ID I1041525701  DoeVos
    Laatst gewijzigd op 30 mrt 2019 

    Vader Walterus van Utengoye,   geb. ca. 1240   ovl. ca. 1281 (Leeftijd ~ 41 jaar) 
    Moeder Jonkvrouw Alveradis van Arkel van der Berghe,   geb. ca. 1240   ovl. ca. 1276 (Leeftijd ~ 36 jaar) 
    _STAT civil 
    Gezins-ID F1167492756  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Ne van der Merwede,   geb. ca. 1260   ovl. Ja, datum echter onbekend 
    Huwelijk ca. 1290 
    _STAT civil 
    Kinderen 
    +1. Gijsbert van der Goije,   geb. ca. 1290   ovl. 21 mrt 1330 (Leeftijd ~ 40 jaar)
    Gezins-ID F1167492754  Gezinsblad  |  Familiekaart
    Laatst gewijzigd op 30 mrt 2019 

  • Aantekeningen 
    • Ook Utengoye

      wapen: wapen Goye met als breuk (hij was de jongere zoon) zes lelies, geplaatst 3, 2 en 1. Het randschrift luidt: + S' WOLTERI DE LANCGHERAC


      Zoon van Waltrus ex Goye famulus en waarschijnlijk van een dochter van Dns. Harbernus de Monte (van den Berghe = Arkel), heer van Liesvelt en Nypoort.
      Wouter wordt vermeld van 1283-1298 en komt voor als: Wouter van Langheraecke,1293? 1283?; Wouter van Langherake,1285.
      In originele archief-stukken werd nergens gevonden, wie zijn vrouw is geweest. In het Rijksarchief te Utrecht berust echter een handschrift, vermoedelijk afkomstig van de 17e-eeuwse genealoog van Attevelt (RAU. Inv. HS. no. 460 (oud) (9 portefeuilles), Genealogie Soudenbalch, kol. 4. (Collectie Attevelt), waarin melding gemaakt wordt van een huwelijk Soudenbalch-Goye; daaronder staat geschreven: "wiens huysvrouwe moeder was Merwede". Nu wordt in dit volkomen verwarde genealogische fragment van het geslacht Soudenbalch dit huwelijk wel aan een verkeerd lid van de familie Soudenbalch toegeschreven, maar dit doet niet zo veel ter zake, omdat wij van elders het hier bedoelde echtpaar goed kennen. Het waren nl. Gherard van Damassche en Alverade van Langherake, de dochter van bovengenoemde Wouter van Langherake, wiens vrouw dus volgens van Attevelt "van der Merwede" heette. Rechtstreeks hebben wij de juistheid van die mededeling niet kunnen controleren, maar wel hebben wij een zijdelingse aanwijzing daarvoor gevonden. Onder de getuigen bij het huwelijk tusschen Gherard en Alverade, op 29 november 1314 gesloten, komt als eerstvermelde vóór: Daniel van der Merwede ridder, daarna volgt Ghisebrecht van den Goye, Borchgrave t'Utrecht, beide als getuigen van de zijde van Alverade van Langherake; als getuigen van de zijde van Gherard van Damassche worden genoemd zijn oom Vrederic Soude van Damassche en (vermoedelijk een neef) Tideman Grawart (Grauwert). Wij houden de ridder Daniel van der Merwede nu voor een oom van Alverade, een broeder van haar moeder en bijaldien zou Wouter van Langherake getrouwd zijn geweest met een jonkvrouw van der Merwede.
      Wouter van Langherake is een broeder is van Ghijsbrecht famulus; als zodanig ontmoeten wij hem dan in de tweede ongedateerde oorkonde (v.d. Bergh II, no. 869), die wij in plaats van op 1293? liever nà 1283 zouden gedateerd willen zien. Het ging daar over geschillen over de dijken in Langheraecke. Evenals zijn broeder Giselbertus hield Wouter van Langherake de partij der Amstels en Woerdens tegen de Utrechtse elect en de Graaf van Holland. Men vindt hem dan ook op 27 oktober 1285 onder de knapen, die voor de drie gebroeders van Amstel (Willem de proost van St. Jan te Utrecht, Gisebrecht de heer van Amestelle en Arnoud van Amestelle) borg zijn bij hun verzoening met elect en graaf. Hij bezegelt deze oorkonde met een zegel in groene was (diameter 30 m.m.) aan groen zijden staart. Het schild vertoont het wapen Goye met als breuk (hij was de jongere zoon) zes lelies, geplaatst 3, 2 en 1. Het randschrift luidt: + S' WOLTERI DE LANCGHERAC en op het mede aangehechte perkamenten strookje, aanduidende de plaats, waar de zegelaars hun zegel moesten aanbrengen, staat: . . . . UT.. VAN LANGERAKE. (Ned. Leeuw LXVI, 1949, k. 391 en no. VIII, plaat). Krachtens die zoen moest ook Wouter leenman worden van graaf Florens en wij treffen hem als zodanig aan in het grafelijke leenregister onder het hoofd: Dit sijn die ghene etc. (zie bij zijn broeder Giselbrecht, als volgt: "Wouter van Langerake 1 (een). Wouter van Langherake X pont ghelts in Langhrake an Cordewaens lant". Op 30 maart 1287 komt hij dan weer voor onder de borgen uit het bisdom voor Herman Here van Worden (Woerden) bij diens verzoening met elect en graaf. Hans Toll maakt melding van een charter voorkomend te Mons uit het jaar 1297, dat door Wouter bezegeld wordt. De beschrijving, die Toll van dit zegel geeft, komt geheel overeen met het boven door ons vermelde zegel uit het jaar 1285; de beschouwing, die Toll vastknoopt aan het vóórkomen van de lelies in het wapen kunnen wij niet waardeeren: de breuk (zes lelies) wil oi. alleen aangeven, dat hij de jongere zoon was.
      Het laatst komt Wouter van Langherake vóór op 24 juni 1298, onder de knapen, als hij zich met andere Stichtse edelen oa. Ghijsebrecht van den Goye, ridder, zijn oom, verzoent met graaf Jan I van Holland. Wanneer hij overleed, is niet bekend; daar er echter op 10 juni 1311 bij de opgave van een belending in een oorkonde sprake is van het land van 'de kinderen van Wouter van Langherake', zal hij toen dood zijn geweest.
      Wij menen Wouter te moeten houden voor de opvolger van zijn broeder Gijsbert in half-Nypoort en Langherake. Weliswaar treffen wij hem nimmer uitdrukkelijk als 'heer' van deze landen aan, maar dat kan misschien liggen aan zijn heftig partij kiezen voor de tegenstanders van de Hollandsen graaf, de weinige keren, dat hij genoemd wordt of zijn wellicht spoedig overlijden na de zoen in 1298. Gijsbert van Langeraeck, die met Arnout van Liesvelt in 1322 een keur geeft voor Nieupoort en die een zoon van hem moet geweest zijn, was blijkbaar wèl heer van half-Nieupoort, maar ook hij wordt niet uitdrukkelijk genoemd als 'heer'. Het kan ons slechts blijken uit het feit, dat hij een keur geeft voor deze stad. Diens zoon Jan wordt in 1353 wèl nadrukkelijk 'heer' van Langeraeck genoemd.
      Om verwarring te voorkomen willen wij er op wijzen, dat de Aernt van Liesveldt en Gijsbrecht van Langheraeck die voorkomen in 1283 niet de zelfde zijn als, zelfs geen rechte voorouders zijn van Gijsbert van Langeraeck en Arnout van Liesvelt uit het jaar 1322.

  • Bronnen 
    1. [S3195] Geneanet, https://gw.geneanet.org/richardremme?lang=nl&iz=0&p=walter+van+der&n=goije (Betrouwbaarheid: 3).